612
dewijl men het bestaande heeft benut, door de borstwering onder pro
fiel te brengen.
Is ooit bij eene expeditie de zorg voor de gezondheid der troepen
groot geweest, dan is het onbetwistbaar bij de 2e Atjehsche. Geene
uitgaven zijn daarvoor gespaard; versch vleesch, groenten, enz. zijn
van het begin af aan zooveel als doenlijk was geregeld verstrekt.
Wat het verdienstelijke K,Qode Kruis daarbij verrichtte, en hoeveel
dit bijdroeg, om den goeden geest onze dapperen te bewaren en op
te wekken, is wereldkundig.
En hoe is het er met de gezondheid, in weerwil van zooveel
gunstiger omstandigheden gesteld
Zeker niet beter dan te Badjoa; eer zoude men tot het tegendeel
mogen besluiten.
(bladzijde 187. laatste nieuwe volzin):
//Of onze krijgsmacht" enz.
Niet mijn beweren was het, dat de baai van Boni in den goed
doorgekomeu oostmoesson voor koopvaardijschepen onhoudbaar zoude
zijn geweest, maar dat van den kolonel, kominandant der expeditio
naire zeemacht, een-oud, practisch zeeman.
Ik waag mij niet op een gebied, waarvan ik weinig of geene ken
nis bezit. De bewijzen daarvoor te vinden kon den schrijver niet
bijzonder moeielijk vallen, want dat alles is schriftelijk behandeld,
en van meer dan eene zijde, namelijk door den commissaris, door
den kommandant van het leger, en den kominandant der zeemacht
te Batavia, aan de Regeering gerapporteerd en toegelicht.
Geene enkele bemerking is, voor zoo ver ik weet, daarop geval
len. Alleen de schrijver weet het beter.
Wat ik tot aanbeveling eener vestiging te Badjoa heb kunnen
mededeelen, geschiedde alleen aan den vertegenwoordiger der regeering
den Gouvernements-commissaris.
Die hooge ambtenaar kende Badjoa zeker even goed als iken
de reedewaar hij zich ophieldveel beterdaar hij zeeofficier
geweest was. Ik kon er hem dus niets van mededeelenwat hij
niet even goed, zoo niet beter dan ik zelf wist. Onder zulke om
standigheden zal wel niemand dan misschien de schrijver kunnen
aannemen, dat ik hem daaromtrent iets zoude hebben kunnen of
durven zeggen, of schrijven, dat niet in allen opzichte geheel over
eenkomstig den toestand was, waarvan hij zich elk oogenblik kou,