55
nederleggen en dienst weigeren zou, er mocht dan van groeien wat
wilde.
Op bladz. 327 v. h. T. ontkent gen. W. eene instructie ontvangen
te hebben omtrent de verkenning van de vijandelijke werken te
Sindjai, waarbij hij zich te onthouden had van vijandelijkheden, de
wijl de oorlog aan het rijk van Boni nog niet was verklaard. Hij
zal zeker bedoelen eene schriftelijke instructie; want dat hij eene
mondelinge ontvangen heeft, zal wel boven allen twijfel verheven zijn,
door de aanteekening in het journaal van 29 Januari 1859, door
gen. W. zelf medegedeeld en luidende als volgt:
//Uit het rapport van den 2™ komm. bleek echter, dat men bij
//de verkenningen te Sindjai veel verder is gegaan, dan de bedoeling
//was van den generaal-majoor, kommandant en chef. Men heeft namelijk
//den wal tot op 120 passen genaderd en zich dus blootgesteld aan
//het geweervuur, waardoor, zoo er van de zijde der Bonieren ware
//geschoten geworden en dien ten gevolge geriposteerd, men niet
//zoude kunnen ontkennen, de vijandelijkheden van onze zijde waren
//geprovoceerd.
//Dit is den 2etl komm. opgemerkt, als zijnde eene zoodanige ver-
//kenning niet aan hem opgedragen, maar hem zelfs, zoo vermeend
//wordt, mondeling door den kommandant en chef gezegd, dat het
//slechts zijne bedoeling is, men zoude trachteu met kijkers zooveel
//van den wal waartenemen, als dit, zonder onder het geweervuur te
//komen, konde geschieden." Tegen deze laatste zinsnede, welke hem
bovendien nog bij schrijven van den Opperbevelhebber der expeditie,
gedagteekend Bouthain 29 Januari 1859 no. 44, medegedeeld is, heeft
gen. W. nimmer geprotesteerd; want hij houde mij de gevolgtrek
king ten goede ik heb geen enkel officieel stuk, daarop doelende
aangetroffen, ook het journaal meldt daaromtrent niets; terwijl ten
slotte de schrijver der //Bijdrage" niet nagelaten zoude hebben van
een zoodanig protest, indien het bestond, melding te maken, waar
omtrent hij trouwens in zijn volle recht geweest zoude zijn. Het blijft
dus voor de geschiedenis een voldongen feit, dat de 2e komm. eene
mondelinge instructie heeft medegekregen, hem opdragende o.a.//te
trachten met kijkers zooveel van den wal waartenemen als dit, zonder
onder het geweervuur te komen, konde geschieden." De opmerking
omtrent den eenvoud van den Chef van den Staf verraadt werkelijk
eenvoudigheidwant welken stafchef zal het in het hoofd komen,
vijandelijkheden, waaronder verkenningen ook gerekend moeten wor
den, te plegen, voor dat de oorlog verklaard is.