lonel Pel bekenddie toen w'J. chef van den staf bij de le expedi tie was; al de stukken, op die opneming en informatiën betrekking hebbende, onder zich had, en ook de 2C expeditie medemaakte. Ook de militaire kommandant te Boeloekomba, van waar de kolonne haren marsch aanving, was er voor een groot gedeelte mede bekend. Per soonlijk had ik bij de overgave van het kointnando aan mijnen op volger alles medegedeeld, wat daaromtrent verricht was. Had men het willen wetendan ware zeker niets gemakkelijker geweest. Dat in mijne informaties eene rivier Boea, en in de rapporten van en Staring de rivieren Kaliméne en Limbang genoemd worden, bewijst niet veel, vooral niet, toen de kolonne van den aangewezen weg afweek. Het is toch bekend genoeg, dat rivieren bij inlanders niet overal denzelfden naam voerenmaar daaraanals zij andere hebben opge nomen, of ook wel op grooteren afstand van hunnen oorsprong, een andere gegeven wordt, zoodat het niet onwaarschijnlijk te achten is, dat hier dezelfden rivier bedoeld wordt. Als bij den schrijver nog eeuigen twijfel bestaat over de al of niet bekendheid met het terrein, waarop de le expeditie geroepen was te ageerenkan hij deswege zekerheid bekomen door inzage van het journaal van 15 en 16 Pebruari. De kommandant der expeditie was zelf te Makassar geweest, en had daar alle informaties kunnen inwinnen, die hij noodig oordeelde. "Voor tolken was gezorgd, maar niet voor gidsen; wel was de Gouvernement-commissaris jaren geleden te Boni geweest, en bevond hij zich op eeii der schepen op de reede. doch men schijnt hem niet te hebben kunnen of willen vragen, de expeditie den weg te wijzen. Ook had hij eenige weinige zendelingen in zijnen dienst, maar niet meer dan hij zelf noodig had, en of die in Boni geweest waren, is mij niet bekend geworden. Het denkbeeld, hoe zeer dan ook nieuw, is overigens niet on aardig, om den vertegenwoordiger der regeering bij de voorwacht of le kolonne in te deelenom de expeditie als gids te dienen. (bladzijde 195, eerste nieuwe volzin) //Toen ik het verlies", enz. Wie het leven in een gevecht tegen den vijand laat, sneuvelt hij, die, door achter te blijven in dronkenschap, slapende of hoe dan 623

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 632