626
Bonische expeditie de officiëele waarheid ook de werkelijke waarheid
washoe nauwgezet gerapporteerd werdop welke wijze de door de
regeering bevolen tuchtiging ten uitvoer gelegd werd.
Den lezersdie er genoeg belang in stellenbeveel ik overigens de
lezing aan van hetgeen in Kepper's werk: //De oorlog, Nederland
en Atjeh", bladzijde 115 en volgende, voorkomt, over het verbranden
of vernielen van kampongs en andere eigendommengedurende de
2e Atjehsche expeditie.
En als men dan verder nog in aanmerking neemtdat Garnet
Wolseley, de krijgsbevelhebber der Engelsche expeditietroepen op
de Westkust van Afrika, die bij zijnen terugkeer in Engeland, nog
zeer onlangs, door de Koningin en het Parlement op vorstelijke
wijze voor zijne heldendaden beloond werd de genomen kampongs
der Ashantijnen door vuur deed vernielen en eindelijk ook hunne
groote en rijke hoofdplaats Coomassie, omdat de koning der Ashan
tijnen trouweloos en verraderlijk handelde; dat wij sedert 1859 in
beschaving en humaniteit dienen te zijn vooruitgegaan, en al weder
zoo veel verder van den Vandalentijd verwijderd zijn, dan zal het
wel onnoodig wezen, meer te zeggen over het verbranden van meestal
bamboezen kampongs, waaronder er meerderen waren, die slechts 4
a, 5 huisjes telden, in het kroonland van Boni, gedurende de le ex
peditie.
Deze expeditie werd eenigen tijd door mij gekommandeerdik had
van de regeering den duidelijken en bepaalden last, Boni te tuchti
gen, en de inwonersdie niet van onderwerping deden blijken, de
bestraffende hand van het Gouvernement te doen gevoelen.
Ik voor mij, werp alle verantwoordelijkheid daarover van mij af.
Ze komt voor rekening van hem, die de bovenomschreven bevelen
uitvaardigde.
Nooit is tegen, maar altijd overeenkomstig die bevelen gehandeld,
en van alwat dienovereenkomstig gedaan werdis trouw en nauw
gezet, met de eerstvoorkomende gelegenheid gerapporteerd.
(bladzijde 304, tweede nieuwe volzin)
//Toen generaal W", enz.
Tegen die rekening wil ik thans niets inbrengen], maar er eens
eene andere neven plaatsen.
Wanneer het te doen was geweest om eene geregelde en meer snelle
gemeenschap met de le Bonische expeditie dan nu mogelijk was met