de reeds voor eene deugdelijke blokkade onvoldoende oorlogsstoomers, dan had dat zeer goed kunnen geschiedenen zij was er belangrijk genoeg toe. Men had toenevenals nueene stoomvaart-maatschappij (Cores De Yries), en, evenals nu voor Atjeh, had men daarvan eene vlugge boot tot dat doel kunnen bekomen. De afstand door het gewone vaarwater, van Badjoa naar Soerabaja, bedraagt ruim 145 Duitsche mijlen, die door eene boot van 8-mijls vaart in drie etmalen kan worden afgelegd. Yan Soerabaja seint men in weinige uren tijdingen per telegraaf naar Batavia of Buitenzorg over. Had ik over dat middel kunnen beschikken daarmede onmiddellijk de verwonding van den generaal Steinmetz gerapporteerd, en om in lichting verzocht omtrent de doode letter der schriftelijke bevelen, die alles waren, wat ik had, dan kon ik zoodoende binnen de 8 dagen, en dus nog vóór den opmarsch naar Boni, daarop het antwoord ge had hebben, daar de verwonding den 19den Februari des morgens plaats vond, en de opmarsch naar Boni den 28en dier maand, dus meer dan acht etmalen daarna. Die geheele zaak was slechts eene geldkwestiemaar men was toen zoo scheutig niet met de millioenen als bij de Atjehsche expeditiën. (bladzijde 205eerste nieuwe volzin) //Ook wensch ik hier", enz. Er mankeerde ook nog slechts aandattoen de bevolking van Palopo, zwichtende voor de bedreiging, haar rijkszegel prijsgaf, men nog beproefd had, haren kampong in den brand te schieten. De bedreiging was tegenover een vrij en onafhankelijk volk, waar mede wij in vrede warenreeds eene schending van het volkenrecht die ieder zal afkeuren maar waarover de schrijver in zijne geschiedenis ongemerkt heen glijdt. (bladzijde 205, laatste nieuwe volzin) //Ik heb nu nog", enz. Dat eene vestiging binnen de hoofdplaats Boni niet, zooals de schrijver hier zegt, mogelijk, maar, zooals ik heb aangetoondbepaald onmogelijk was, zal ik hier maar niet herhalen. Ieder lezer zal daaromtrent zijn oordeel wel gevestigd hebben. Ónder de omstandighedenwaaronder de le Bonische expeditie ver keerde toen ik het kommando er van op mij nemen moest, kon die 627

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 636