628 vestiging, naar mijne overtuiging en die van den commissarisverte genwoordiger der regeeringnergens anders in het Bonische rijk vóór het invallen van den oostmoesson tot stand komendan alleen te Badjoa. Beiden op de plaats tegenwoordig, waren wij geheel op de hoogte om dat te kunnen beoordeelenmaar ik geloof niet, dat één officier der expeditie er anders overdacht. Greene vestiging, of vestiging te Badjoa; er was toen geene andere keus meer. Geene vestiging, dat wilde de regeering niet. Heeft die te Badjoa vele offers gekostniemand kan dat meer betreuren dan ik; maar het bewijs is ook nu nog niet geleverd, dat die overal elders niet evenveel offers zoude hebben geëischt, of dat, dusdoende, de onderwerping van Boni spoediger zoude gevolgd zijn Daarover na den afloop allerlei plans en veronderstellingen ten beste te geven, is gemakkelijk, doch dat blijven ook slechts gissingen, en die bewijzen niets. Waren mij door hoogere bevelen de handen niet gebonden geweest, ik zoude er de voorkeur aan gegeven hebbenna het nemen van Bonibeter voor" eenen marsch uitgerustPasimpa en Pampanoea te gaan bezoeken. Die vrijheid had ik evenwel niet, en ze te nemen had alleen ver antwoord kunnen worden door een volkomen succes, waarvan ik on mogelijk zeker kon zijn. Eer moest ik, uit vroegeren oorlog, tot het tegendeel besluiten. Nu kan ik slechts worden verantwoordelijk gehouden voor het na komen der gegeven voorschriften en bevelen, en niet voor het ver krachten daarvan. W aren die bevelen onvolledigwas daarbij niet alles voorzien waren ze niet in alle opzichten rechtvaardig en doelmatig Ik zal het tegendeel niet bewerendoch dat komt op rekening van de uitvaardigers. Tijd tot vragen is mij niet gegeven; er moest gehandeld, snel en beslissend gehandeld worden, en dat doet men naar beste weten en overtuiging. Ook mijn wensch en mijn belang zoude het geweest zijn, Boni in den kortstmogelijken tijd tot onderwerping te dwingen, en de ze gevierende expeditie gezond en in de gelukkigste stemming naar Java terug te voeren; maar dat heeft men niet altijd in zijne macht, en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 637