643
kwart Duitsche mijl lange slaglinie gedurende de eerste helft van
den dag geheel alleen vochtzonder andere reserve dan de beide
cavalerie-divisiën (de 5e en de 6e), die bedekt achter het midden en
den linkervleugel stonden, elk oogenblik gereed, de zeer spoedig
sterk gedunde bataljons te ondersteunen. Deze hadden bij hun voor
waarts rukken naar het geheel onbedekte plateau ontzettende verliezen
van het vijandelijke strijkende vuur te lijden; de eenheid in de
aanvoering houdt ras op, voorzichtigheid en dapperheid der op zich
zeiven staande soldaten treden in hare plaats, maar de vijand wijkt,
vervolgd door twee escadrons van het 2e regiment garde-dragonders
en de Brunswijksche huzaren. Flavigny gaat in vlammen op. Zoo
vecht tot den middag het Brandenburgsche korps, op zijne eigene
krachten moetende steunenmet goed gevolg tegen twee Fransche
korpsen, het IIe (Frossard) en het VIe (Canrobert). Lange, bange
uren moesten nog verstrijken vóórdat het aanrukkende 10e korps
(HannoveranenWestfalers en Oldenburgers) op het slagveld kon
komen; alleen de brigade 37, die er toe behoorde, was op de plaats.
Het gevecht droeg aanvanklijk aan de Fransche zijde een verdedi
gend karakter, verbonden met enkele aanvallen, maar de vijand heeft
reeds zijne tweede linie vooruitgeschoven en wijkt voor het onop
houdelijk voortdringen der Pruisische infanterie in de richting van
Rezonville terug. Daar brengt maarschalk Bazaine, voor zijnen lin
kervleugel bezorgd, versche brigades vooruit. Onmiddellijk door de
Pruisische artillerie convergeereud en ijverig beschoten, ijlen zij, na
korten strijd, in wilde vlucht terug; de generaals Bataille en Valazé
vallen. In dezen nood gelast generaal Frossard aan de kurassiers
der Fransche garde, aan te vallen. Zij stooteii op twee kompagniën
van het regiment No. 52, die hen met indrukwekkende rustigheid,
in linie geformeerd, afwachten. Machteloos versnippert de ruitertroep
op het op 250 passen afgegeven snelvuur. De ruiterschaar stormt
rechts en links van het hoopje schutters voorbijhet tweede gelid
maakt rechtsomkeert en vuurt in den rug van den vijand. De
dappere aanvoerder, kapitein Hildebrand, valt, maar 22 officieren,
208 kurassiers en 243 paarden heeft de cavalerie-aanval op de
Marksche infanterie aan het Fransche regiment gekost. Nu breken
de hussaren (No. 11 en 17Brunswijkers) tot vervolging op. Eene
door den maarschalk Bazaine persoonlijk aangevoerde batterij wordt
doorreden; hij zelf, in de vlucht der bespanning en dekkings-man-
schap medegesleeptloopt gevaar, gevangen te worden genomen. De