aankomst te Atjeh verkregen, bereidde men zich op krachtigen weder stand voor. De 22 Moekims waren ons zeer vijandig, in de 26 Moekims was men het omtrent de wenschelijkheid van den oorlog niet eens de 25 Moekims, onder bestuur van een schoonzoon van den Radja moeda van Troemon, was ons zeer wel genegen. In afwachting van de aankomst der expeditionnaire troepenmacht, bepaalde zich het voor Atjeh aanwezig eskader tot het bewaken der omliggende kuststreken en tot het, waar noodig, beschieten van de vijandelijke bentings. Genoemde troepenmacht was intusschen den 223ten Maart 1873 onder het opperbevel vau den generaal-majoor J. H. R. Kohier, aan wien de kolonels E. C. van Daalen als 2e kommandant en A. W. Egter van Wissekerke als chef van den staf waren toegevoegd, van Batavia vertrokken. Zij bestond uit: drie bataillons infanterie, (het 3e, 9= en 12", waarvan de beide laatste bewapend met achterlaadgeweren), en een bataiilon barissan van Madura; een detachement (60 man) cavalerie; eene halve veldbatterij (4 getrokken kanons van 8 c. M.), eene belgbatterij (4 houwitsers van 12 c. M. en 8 mortieren van 12 c. M.) en eenige vestingartillerie (2 mortieren van 20 c. M.) eene kompagnie mineurs en sappeurs, eenige geniewerklieden, op- nemers en teekenaars benevens het noodige administratief- en hospitaalpersoneel. De totale sterkte bedroeg 169 officieren, 3249 minderen en 165 paarden, terwijl verder 1000 bannelingen als koelies aan de expeditie werden toegevoegd. De transportvloot bestond uit zes stoomschepen van de N. I. Stoomvaartmaatschappij en 5 koopvaardijschepen, waarvan 2 werden aangewezen als vivres- en kleedingschip en 1 ingericht tot zie- kenschip. De maritime macht, onder bevel van den kapitein ter zee J. E. Koopman, was samengesteld uit 6 stoomschepen, (de Djambi, de Ci tadel van Antwerpen, de Marnix, de Coehoorn, de Soerabaja en de Su matra) te zamen 60 officieren en 993 minderen tellende; 5 stoom- barkassen, bemand en bewapend uit de schepen2 raderstoomsche- pen(de Siak en de Bronbeek), 8 gewapende booten en een advies boot van de Gouvernementsmarine, samen 16 officieren en 219 minderen tellende, benevens eene landingsdivisie van 450 ma- 63

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 70