64 riniers en matrozen (300 man infanterie, 50 man artillerie, 100 man voor ambulance en transport). In den voormiddag van den 5d™ April kwam de transportvloot voor Atjeh aan. Des anderen daags, onder een heftig vuur van den vijand, debar- keerde de opperbevelhebber der expeditie met vier compagnien infan terie tot het doen eener verkenning. De daarvoor gebezigde sloepen macht, onder bevel van den kapitein-luitenant te zee Binkes, bestond uit 16 gewapende sloepen en 2 stoombarkassen. Door de sloepen werd, al roeiende naar het strand, een goed onderhouden vuur op den vijand gericht, terwijl de Coehoorn en Slak, met 4 kruisbooten op sleeptouw, onder den wal stoomden, om het landingsterrein met kartetsvuur schoon te vegen. De Bjawbi en Citadel van Antwer pen verontrustten den vijand met granaatvuur. Beschermd door de Coehoorn en Siak met 4 kruisbooten, die den vijand hevig beschoten, bewogen de gedebarkeerde troepen zich oostelijk langs het strand. De verkenning liep bevredigend af. Bij het weder einbarkeeren der troepen, dat tegen den middag in de beste orde plaats had, werd op deze en op de schepen een sterk geschut- en gewervuur geopend uit het oostelijk steenen fort, dat onmiddellijk door de Djambi en de Citadel krachtig en met goede resultaten werd beantwoord. Laatstgenoemde bodem, die door eenige kogels in den romp getroffen werd, schoot den vlaggestok van het fort neer, die echter dadelijk weer opgericht. De stoomer Sloet van de Beele, van de transportvloot, werd door een kanonkogel getroffen. Den vijand werden belangrijke verliezen toegebrachtde onzen (alleen de landmacht) bekwamen vier gewonden. De transportschepen werden zooveel noodig dichter bij den wal gesleept om het debarkeeren van troepen enz. te vergemakkelijken, terwijl de Marnix, die vóór de rivier van Atjeh had post gevat, om het opbouwen eener versterking aldaar te beletten, den 7den 's mor gens dicht bij de Citadel van Antwerpen ankerde. Dien dag werd het oostelijke fort door de Marnix en de Coehoorn beschoten, ten einde het opstellen van geschut tegen te gaan. Den 8sten, 's morgens ten 5 uur, verzamelden zich 16 gewapende sloepen en 4 stoombarkassen onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee Binkes. Yan de stoombarkassen werd 1 ter beschikking gesteld van den opperbevelhebber en werden 2 onder bevel van een luitenant ter zee 2de klasse aangewezen om sloepen met troepen, vlotten met artillerie enz. naar den wal te slepen Nog vóór 6 uur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 71