65 roeiden de gewapende sloepen in linie in den breede strandwaarts. De linkervleugel der sloepenmacht werd gesteund door het vuur der oorlogsschepen, en de rechtervleugel door dat der kruisbooten. Met een goed onderhouden vuur, dat echter flink werd beantwoord, werden de sloepen ontvangen. De SumatraCoehoorn en Siak waren onder stoom gegaan, ten einde daar waar noodig te adsisteeren. De sloe pen der ingehuurde transportschepen, zeer voldoende in getal, werden door de Coehoorn en de Siak zoo dicht mogelijk bij den wal gesleept. Omstreeks ten 8 ure waren de eerste troepen onder het vuur der forten gedebarkeerd, waarop de Atjeliers van alle zijden aanstroom den. Zij werden echter door het goed gericht granaat- en kartets vuur der schepen afgeweerd. De geheele marine-landingsdivisie, zoo als boven is opgegeven sterk 450 man (daaronder ook het personeel voor ambulance- en transport dienst), onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee Binkes, werd aan de troepenmacht toegevoegd. Van dezen werden bij het debar- keren drie man gekwetst, namelijk een adelborst 1ste klasse, die den volgenden dag aan de bekomen wonden overleed, en twee Europesche matrozen. De manschappen ter bewaking der gewapende sloepen, daarin ach tergebleven, bemanden een paar sloepen en steunden daarmede den rechtervleugel der troepenmacht; de Sumatra dekte westelijk van de landingsplaats de positie der troepen, en bracht het lilla-vuur, dat op de onzen was geopend, spoedig tot zwijgen. Ten 10 uur werden de debarkeerende troepen hevig beschoten uit het oostelijke fort, welke versterking echter door de welgerichte schoten van de Citadel van Antwerpen en de Marnix eveneens spoedig tot tot zwijgen werd gebracht. De opperbevelhebber, het plan hebbende het fort om te trekken, had den kommandant der maritime middelen daarmede in wetenschap gesteld, zoodat de aanval op de versterking, die ten ongeveer 11 uur plaats had, niet door het vuur der schepen werd ondersteund, uit vrees onze troepen te treilen. Ten 3 uur had een tweede aanval op het fort plaats, ondersteund door het 1 vuur der stoomschepen Sumatra en Coehoorndie onder den wal te gelijk met de troepen avanceerden. Het vuur van den vijand was hevig en de troepen waren genoodzaakt ten 5 uur ander maal terug te trekken. De vijand liet 80 dooden achteronzerzijds sneuvelden 9 minderen en werden 41 gewond. Van de officieren werden er 5 gekwetst.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 72