66 Nadat het vijandelijk vuur :had opgehouden, kwamen de onder stoom zijnde schepen beoosten de landingsplaats ten anker, behalve de Stak en Bronbeek, die westelijk geposteerd werden, en welk laatste vaartuig dien dag ten 11 uur was aangekomen. Het debarkeeren der troepen, artillerie, enz was den geheelen dag onafgebroken voortgezet, waarbij de stoonrbarkassenzoomede de Bronbeek zeer goede diensten verrichtten. Een gedeelte artillerieën de geheele cavalerie kon, ten gevolge van zwarigheden, niet ont schepen. Het geschut werd door den vijand goed bediend, ten bewijze waar van kan strekken, dat de Citadel van Antwerpen door 12 kanon schoten werd getroffen. In den vroegen morgen van den 9den werd door de schepen een hevig vuur geopend op de westelijke facen van het vijandelijk fort, waartoe de schepen eene zeer gunstige positie, zoo dicht mogelijk bij den wal, hadden ingenomen. Nadat door dat vuur bres geschoten was, rukten de troepen (barissan) ten 10y2 uur tegen het fort op. Dit werd bevonden door den vijand verlaten te zijn. In den loop van den dag werd met 500 man (het 9e Bataillon) eene offensive verkenning in de richting van en tot nabij den kraton gedaan, waarbij geen weerstand werd ontmoet. Door de marine werd intusschen het transporteeren der vivres en andere benoodigdhedeu naar den wal met kracht voortgezet, hetgeen echter door de branding op de kust veel moeielijkheden opleverde; 's nachts werden twee kruisbooten ouder den wal gepos teerd om den rechtervleugel der troepen te dekken, en door het doen van een kanonschot voor de eventueele nadering des vijands te waar schuwen. Op verzoek van den kommandant der maritime middelen werden dien dag van de landingsdivisie 55 matrozen met een getrokken kanon van 7 c. m. aan boord der schepen teruggezonden, omdat zulks voor de diensten aan boord dringend noodig was. Op den 10™ April rukte de opperbevelhebber naar en in de richting van den kraton op, met het 3de en 9de bataillonhet rechter- half bataillon barissan, de marine-landingsdivisie (zonder geschut), de bergbatfcerij (de houwitsers en vier mortieren) en een peloton mineurs. Onder bevel van den kolonel E. C. van Daat.en bleven aan het strand, ter bezetting van de oostelijke versterking, achter het 12de bataillon, het linker half bataillon barissan, de cavalerie (in den loop van den ochtend eerst geheel ontscheept), de halve veld-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 73