71
lijken, was de Sumatra den 13den April gestoomd naar eene kreek
bewesten het strandbivouac, en hadden den léden, met hetzelfde doel, de
Citadel van Antwerpen en de Djambi post gevat nabij- en bewesten
de rivier. Het vuur dezer schepen, die beide tegen de daar gelegen
werken manoeuvreerden, bleef niet onbeantwoord. Tot vier malen
werd de Djambi door de vijandelijke kogels getroffen. Na het snea-
velen van den opperbevelhebber, wiens lijk den 15den aan boord van
de Siak werd gebracht ten einde daarmede naar Penang te worden
overgevoerd, keerde de Djambi weder tot voor het kampement terug
terwijl de Citadel van Antwerpen vóór de rivier bleef post houden..
Bij de gevechten enz. van 12, 13 en 14 April had de landmacht
in 't geheel bekomen 12 gesneuvelden en 178 gewonden, waarvan
alleen den laatsten dag respectivelijk 6 en 116. Onder de gesneu
velden waren 3, onder de gewonden 9 officieren. De marine-lan
dingsdivisie, die, zoo als hooger gezegd, den lOden met de hoofdmacht
was opgerukt, doch in den ochteud van den 13den naar het strand
bivouac was teruggekeerd, telde 2 dooden en 18 gekwetsten, van
welke laatsten later nog 1 overleed, terwijl 1 zeeofficier van vermoeie
nis en ziekte bezweek.
Op den löden April werd eene verkenniugs-kolonne uitgezonden,
bestaande uit de vier thans aanwezige compagnien van het 12de
bataillon met een officier der verkenningen en eenige mineurs, onder
kommando van den kommandaut van genoemd bataillon, die in last
had te onderzoeken, of het terrein toeliet de versterkingen tusschen
de missigit en de plaats, waar zich de kraton moest bevinden, om
te trekken en dus die versterkingen te ontgaan.
Ook deze verkenning leverde het negative resultaat op, dat
het te doorloopen terrein voor den opmarsch ten aanval ongeschikt
was. Bij haren marsch werd die kolonne op hevige wijze bestookt,
waarbij onder anderen een 1ste luitenant sneuvelde en eenige officieren
en minderen gewond werden.
De tijdelijk opgetreden opperbevelhebber besloot alsnu, de aange
vangen operatien den volgenden dag door een aanval op die verster
kingen voort te zetten.
Dienovereenkomstig rukte op den 16den April des morgens ten
4j'/4 ure (zijnde dit vroege uur bepaald om den vijand zoo mogelijk
te verrassen), het 3de bataillon onder zijnen kommandaut met de
mineurs, vergezeld van de stormladders, tot den aanval op, terwijl
het 9de bataillon als reserve werd gereed gehouden, en cavalerie en
artillerie zoodanig waren opgesteld, dat zij dadelijk konden oprukken..