81 tijden ziju zeer veranderd. Moge het voorbeeld van onze naburen ons tot leering strekkenWee den Staat, die, om zich met de her vorming van zijn leger op te houden, wacht tot dat de vijand zijne grens heeft overschreden Als men de geschiedenis van den jongsten oorlog nauwkeurig na gaat en de gebeurtenissen er van vergelijkt met die van eenig tijd perk uit de geschiedenis van het verleden, is men verlegen te be slissen, aan welke zijde de vooruitgang van de Duitschers het meest uitkomt: in de organisatie, in de strategie of in de taktiek. Ook de Transchen kunnen ons, op het punt van vooruitgang, nuttige lessen geven. In de draagbare wapenen waren zij hunne tegenpartij veel vooruit. De invoering van de mitrailleuse was eene stoute nieuwig heid, die geene andere natie nog gewaagd had. Het is echter na tuurlijk, dat wij over het geheel bij de overwinnaars ons onderricht zoeken in die groote en vreeselijke kunst, waarin zij eene zoo uit stekende bekwaamheid hebben getoond. De studie vau hunne overwinningen verbiedt voortaan zelfs een enkelen tak der krijgswetenschap te verwaarloozen. Zonder eene vol- komene organisatie, zouden de Noordduitschers niet de reusachtige legers op de been hebben kunnen brengen, die zij te velde hebben doen trekken. Zonder eene wijziging van de oude beginselen der strategie naar de nieuwe omstandigheden, zouden zij die strijdkrachten niet zoo hebben kunnen bewegen, dat zij haar hare volle werking lieten. Zonder eene uitmuntende taktiek ware het hun onmooglijk geweest die weergalooze overwinningen te hebben, die hunne voortreffelijke organisatie en hunne verbeterde strategie hadden voorbereid, want het is eene dwaling te onderstellen, dat zij in hunne ontmoetingen met het keizerlijke leger altijd eene verplet terende macht hebben ontwikkeld. Te Mars-la-Tour (16 Aug.) streden zij tegen een sterkeren vijand, en bij Torbach hadden zij niet veel meer troepen dan het Transche korps, waarmede zij hand gemeen zijn geraakt. Wat ons echter dit maal vooral zal bezig houden, is hunne organisatie. Ik behoef niet te herinneren, dat ik, gedurende de maanden, die ik heb doorgebracht met het van nabij beschouwen van hunne legers, vele zaken gezien heb, die mij overtuigden, hoe alles snel, volledig en praktisch is in den aard van die organisatie, welke tot grondslag dient aan het grootste rijk, wat militaire macht betreft, dat de wereld nog gezien heeft. Maar het voorval, dat mij het meest getroffen heeft, is het bezoek, dat ik, half uit beleefdheid, half met het doel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 88