83 nistraties of die van Frankrijk (zoo er onder zijn, die de bewe ging van de Fransche militaire machine kennen, zoo als zij gewerkt heeft in de laatste vijftien jaren van het tweemalen herstelde en tweemalen vernietigde keizerrijk der Napoleon's), en zij zullen zich gemakkelijk eene der voornaamste oorzaken kunnen verklaren, waarom een üuitsch generaal beter geschikt is dan zijne wapenbroeders bij andere legers, om in kritieke oogenblikken met de volle helderheid van zijn oordeel te handelen. Misschien zal men verlangen meer te hooren van de wijze, waarop het deceutraliseerende beginsel in het Duitsche stelsel is toegepast geworden om de hooge ambten van de verschrikkelijke massa arbeids te bevrijden, die hen in andere legers overstelpt. Niemand zal, geloof ik, beweren dat de Engelsche ambtenaren, man voor man, in rechtschapenheid, in werkzaamheid, in vaderlandsliefde onderdoen voor die van eenige andere natie. De sleutel van deze meerderheid, gelijk zij bij de Duitschers bestaat, ligt in hunne organisatie. Het zal dus goed ziju er hier eenigszins in bijzonderheden over te spreken. Al de beschaafde Engelschen weten iets van de groote vorderin gen, na 1859 in de Pruisische militaire instellingen gebracht; eenc verandering, waarvan men zeker den prikkel moet zoeken in de over winningen der Franschen in Italië. Deze overwinningen hebben, ge durende een tijd, Pruisen en Oostenrijk gedwongen zich met elkander te verstaan voor hunne wederzijdsche veiligheid (zoo als bij de be kende samenkomst te Töplitz, in 1860) tegen de dreigende macht van. het tweede keizerrijk. Maar betrekkelijk weinig personen weten dat er, behalve de militaire omwenteling, volbracht door het staande leger te versterken te koste van de landweer, eene bijna even ge wichtige verandering is tot stand gekomen in het stelsel der mobi lisatie. Dit was, wel is waar, reeds sinds lang in praktijk gebracht geworden voor elk legerkorps, een korps per provincie; maar terwijl toen het korps op voet van vrede was gemobiliseerd geworden om zich vervolgens voltallig te maken op voet van oorlog met de van vrij verre gekomen depots, werd besloten, dat voortaan de mobi lisatie eene zaak zou zijn, tot het einde en plaatselijk geleid door het plaatselijk gezag, zoodat een korps, als het geroepen werd om te marcheeren, uit zijne provincie zou vertrekken in den toestand Engeland en JbYankrijk zijn niet de eenige lauden, waar de papiersoldaterij bloeit en waar men wedijvert in het jagen naar een groot nummer in het expeditie- boek op 31 December. Q.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 90