84 vau een volledig werktuig, en dat zijn chef, te beginnen van dezen oogeubjp, zijne functiëu in de provincie overdragende aan eegede legeerde, die verantwoordelijk zou zijn voor de later te'zenden ver sterkingen, al zijne aandacht zou kunnen wijden aan zijne plichten van aanvoerder te velde. De verandering, de uitwerking was groot, was zelfs nog grooter dan de ontwerpers gehoopt hadden. In 1859 mij bij de Duitsche legers bevindende, was ik, werkzaam waarnemer van hunne daden en gebaren, getroffen geweest door de verwarring en onregelmatigheid, waarmede de troepen op hunne ver schillende terreinen aan den Eijn kwamen. Dit feit kwam natuurlijk meer te voorschijn onder de kontingeuteu der kleine staten dan on der dat van Pruisen toch was het overal merkbaar, zelfs voor ieder, die het niet van nader bij kon zien dan geoorloofd was aan eeu cewoon reiziger. Wij, Eugelsehen, zelfs zoo als eeu //alarmist" ons zou geschilderd hebben, zouden niet meer door mekaar zijn geworpen geworden om honderd vijftig duizend man op de been te brengen. De redenen hiervan, die ik toen niet ten volle begreep, waren voor namelijk toe te schrijven aan de kruising van de bevelen tusschen de verschillende gemobiliseerde korpsen en de verschillende diensten, van waar deze bevelen uitgingen, om de troepen uit te rusten en de kontingeuteu op voet van oorlog te brengen. Solferino brak aan vóórdat het Duitsche leger gereed was of vóórdat zijne meesters vast besloten hadden het te velde te brengen tegen de zegevierende Pran- schen. Alzoo werd de vrede van Villafranca door- Napoleon getee- kend met Oostenrijk alleen, en de onvermijdelijke botsing, die niet enkel de baron Stoffel voorspeld had, tien jaren verschoven. Maar de les van 1859 ging niet verloren voor den koning van Pruisen en zijne raadslieden. Zij zagen de zwakke zijde van den toestand, en het werd een deel van hun militair geloof, dat een leger, op voet van vrede versnipperd in een dozijn gewesten, slechts ge makkelijk en snel gemobiliseerd kan worden door geheel uitgerust te velde te worden gebracht, en door aan de chefs der verschillende legerkorpsen de meest uitgebreide volmachten op het punt van or ganisatie te geven, die bestaanbaar zijn met hunne ondergeschiktheid aan het hoogste gezag. Dit beginsel eens goed begrepen zijnde, moet ieder bevelhebber van een legerkorps zorgen binnen zekeren tijd, die als voldoende beschouwd wordt, gereed te zijn, en eens gereed zijnde, wordt zijn kommandement eene dichte, volledige militaire eenheid, gereed voor het gevecht, slechts het bevel tot oprukken afwachtende, en met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 91