86 vuur gezien had en toch zonder èenige ontroering de korte rapporten ontving, welke hem aankondigden dat hij zich ging wikkelen in den eersten veldslag, sinds zestig jaren geleverd tusscheu Teutonen en Galliërs, vertegenwoordigt het andere stelsel. De generaal Göben behoefde in deze omstandigheid zijne aandacht niet uitsluitend te wijden aan de bijzonderheden der schermutselingen, die men op de hoogten van Spicheren begonnen had. Er was voor hem een ge wichtiger vraagstuk, namelijk het korps te ondersteunen, dat zoo plotseling in een gevecht was gewikkeld geworden. Gelukkig was hij er niet onkundig van, dat zijn werkkring hem was opgedragen, dewijl hij een van die officieren was die men onderstelt op de hoogte te zijn van de verantwoordelijkheid, die op hen neerkomt. Hij was opgevoed geworden in de gro'ote school van de organisatie bij leger korpsen, geschapen door Moreau, die Napoleou, ofschoon groot voor stander van centralisatie, tot de zijne maakte, alzoo aan de centrali satie den zwaarsten slag toebrengende, dien zij ooit ontvangen had, maar die het voor den koning Wilhelm, of juister voor zijn minister, was weggelegd zoo te verbeteren, dat hij er het krachtigste oorlogs instrument van maakte, waarover de mensch ooit beschikt heeft. De voordeelen van dit beginsel, toegepast op een legerkorps, zijn zoo zeer in de theorie en in de praktijk erkend geworden, dat het buiten het korps in alle richtingen naar boven en beneden in wer king gebracht is. Van daar de formatie, met een strategisch doel, van de verschillende commandementen, waarin, in oorlogstijd, een groot leger, bestaande uit talrijke korpsen, verdeeld is -, comman dementen, die bij het eind der vijandelijkheden in Frankrijk tot vijf waren gestegen. Alzoo hunne korpsen gedecentraliseerd en een oorlogsstelsel uitgevonden hebbende, volgens hetwelk de generale staf de moeite niet had persoonlijk in gemeenschap te zijn met de chefs van al deze groote eenheden, maar slechts met de tusschenpersonen of bevelhebbers van legers, hebben de Pruisische organisateurs nog partij weten te. trekken van hunne ondervinding omtrent de onschat bare voordeelen, verkregen door het opperbevel te ontlasten van het detail-werk. Zij hebben het beginsel der individueele verantwoorde lijkheid doen afdalen tot de verschillende bestanddeelen van het korps. De divisie-generaals oefenen veel meer gezag uit dat men hun oor- spronklijk had toegekend, en er zijn slechts weinig gevallen, betref- Kroonprius van Pruisen, Prins Prederik Karei, Kroonprins van Saksen, Groot hertog van Mecklenburg en v. Werder. Q.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 93