89
velen van hunnen chef, alzoo Sherman en Grant ontslaande van alle
zorg voor de bijzonderheden, en hen vrij latende on al hun verstand
uitsluitend te wijden aan de hoogere functiën van het opperbevel.
Het voordeel was dus juist als dat, waarvan Koning Wilhelm, of
juister von Moltke, partij trok, toen hij het geheel der operaties in
1870 bestuurde uit eenige afgelegene herberg of een onbekend kasteel.
Dit stelsel kan zijne nadeelen hebben. Men heeft inzonderheid
het feit doen uitkomen, dat, als twee legers, geplaatst onder verschil
lende chefs, zich op het slagveld vereenigen, gelijk die van Steinmetz
en van Prins Frederik Karei te Forbach en die vau den Pruisischen
Kroonprins en den Saksischen Kroonprins te Sedan, de verbinding,
door naijver of door toeval, kruisingen van lastgevingen ten gevolge
kan hebben, waaruit eene nederlaag kan voortvloeien. Men heeft dit
gezien te Solferino, waar het Oostenrijksche leger in twee groote
vleugels manoeuvreerde onder Schleik en Wimpffen en deze twee ge
neraals, gelijk hun chef, de Keizer, tegenstrijdige en verwarde be
velen gaven. Alles wat men hierop kan antwoorden, is, dat het geval
zich niet heeft voorgedaan bij de Pruisische operaties bij Forbach en
Sedan, noch in de veel kritieker omstandigheid van Mars-la-Tour,
waar Prins Frederik Karei, het gevecht met zijn leger alleen aan
nemende, in den loop van den dag de meest gewenschte hulp ont
ving van de divisie Barnekow van het achtste korps, dat tot het
leger van Steinmetz behoorde. Misschien laat zich dat verklaren
door de volkomene krijgstucht van de Pruisen, maar het kan ook
zijn, dat in een leger van trouwe onderdanen'' het feit, in beide
gevallen te worden aangevoerd door een prins van den bloede, niet
zonder invloed geweest is.
Hoe het zij, de voordeelen dezer nieuwe onderverdeeling', die, door
tusschen-commandementen, de bewegingen der korpsen vrij wat krachti
ger matigt dan de oude Napoleontische manier van daaglijks aan ieder
bevelen te zenden, worden in Duitschland geacht ruim op te wegen
tegen elk theoretisch gebrek, welk ook. De verwarring, voortgesproten
uit Leboeuf's proeve in het begin van den oorlog, om de grens te
dekken met acht uiteenliggende korpsen, die elk hunne lastgevingen
van het hoofdkwartier ontvingen, is niet geschikt om in de oogen
van belanglooze beoordeelaars de tegenovergestelde meening te recht
vaardigen.
De nieuwe schikkingen voor eene vollediger verdeeling van de
verantwoordelijkheid, die wij hierboven beschreven hebben, maken in
hooge mate de taak der strategie gemakkelijker en hebben op deze