313 officiëele militaire wereld van 1848 tot 1870 niets bestudeerd, niets gedaanniets voortgebracht heeft. Alles, wat voor de gekwetsten tot stand is gekomenwas de vrucht der bemoeiing van particulieren. De heer von Moltke heeft slechts aan één ding gedachtvoortaan losse spoorstaven mede te nemen om de wagens voor het helpen van ge wonden op de slagvelden met de lange zijden naast elkander te plaat sen [accoster). Men zal met twee armen uit den trein stappen en er een uur later in- stijgen met één. Maar men zal zijne kameraden niet hinderen (Men vergete niet, dat het een Franschman is, die spreekt.) C. Ben werlc over liet eerste beleg van Parijs. Op blz. 445 van jaargang 1872 werd met een enkel woord melding gemaakt van de verschijning der Travaux (Tinvestissement, executes 'par les armées allemancles auiour de Paris. Men leest daaromtrent nog in een Fransch tijdschrift de volgende aankondiging door Wyrouboff, een' burger //Ofschoon het niet in de gewoonten dezer Revue ligt, zich met krijgskundige zaken bezig te houden, aarzel ik niet onze lezers een' oogenblik te onderhouden over het merkwaardige werk, waarvan ik hierboven den titel heb geschreven, en dat wel om twee redenen; de eene algemeen en ontleend aan den toestandwaarin Frankrijk en Europa tegenwoordig gebracht zijn, de andere persoonlijk. Op dit uur niemand kan er aan twijfelen is de oorlog een zwaard van Damokles, hangende boven de beschaafde wereld; geen staat, groot of klein, is veilig tegen een' gewapenden strijden wij hebben er het bewijs van in de ongerustheid, die overal heerscht, in de ont zettend groote sommen, die men aan de vier hoeken van Europa uitgeeft, om zich in staat te stellen een' aanval weerstand te bieden. Zeker heeft Frankrijkmeer dan alle andere natiënden oorlog te vreezen met eene mogendheidwaarvan de aanspraken geenerlei soort van grens schijnen te kennen, maar misschien verlangt het dien meer dan alle anderen. Ik weet wel, dat de groote massa der bevolking er slechts naar streeft in vrede te leven en de vrucht van haren arbeid te genietenmaar in zake van oorlog heeft de meening der massa's niet veel gewicht, alleen staatkundige partijen tellen mede, en in vele daarvan denkt men met eene zeer verklaarbare bezorgd heid aan het toekomstig lot der twee gewestendie met geweld aan het vaderland ontrukt zijn. Niemand kan zich verwonderen, en de 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 320