326 Wij kunnen niettemin veel uit deze studie leeren. Het is zeker, dat men groot ongelijk zou hebben door in alles een voorbeeld te nemen aan hetgeen onze overwinnaars gedaan hebben gedurende den veldtocht van 1870—71. Het zou onvoorzichtig zijn zich te verbeelden, dat men, door bij wetten of verordeningen eene over eenkomstige organisatie uit te vaardigen, in dergelijke omstandigheden goede uitkomsten zou verkrijgen, zoowel over 10 of 20 jaren als nu, of zich voor te stellen, dat men de officieren van de genie of van elk ander speciaal wapen behoort af te richten voor den dienst der spoorwegen, om hun in oorlogstijd de exploitatie der lijnen van stra tegisch belang in handen te geven. Zulk een werk verricht men slechts goed onder voorwaarde er zich dagelijks aan over te geven. He exploitatie van de spoorwegen in oorlogstijd, zoowei als in vredestijd, is eene nijverheidsonderneming, waarvan elk jaar de voorwaarden wijzigt. Zoo het ons vergund was eene meening te uiten zouden wij zeggen dat men zich in dit opzicht gelijk in vele andere, slechts goed tot den oorlog voorbereidt door er zich gedurende de vredes jaren in te oefenen. Een besluit van 14 November jl. herstelt bij 'het ministerie van oorlog de militaire spoorwegcommissie, gevormd door den maarschalk Niel. Men ziet er slechts twee vertegenwoordigers der maatschappijen in prijken tegenover 7 officieren. Is dat niet te veel overwicht geven aan het militaire bestanddeel boven het technische? En is het bo vendien niet te vreezen, dat de werkzaamheden dezer commissie be perkt blijven tot het gebied der theorie? De minister van oorlog voere de gewoonte in de troepen, die jaarlijks van garnizoen verwisselen of zich naar de instructie-kampen begeven, in groote massa s en onverwacht over den spoorweg te doen reizenen ieder zal zich ge meenzaam maken met troepenbewegingen. Dat zal wel eene uitgaaf zijn, maar eene, die voordeel zal afwerpen. De maatschappijen-zullen weten, welke gedeelten harer inrichtingen ongenoegzaam zijnde offi cieren zullen leeren zich in de stations uit verlegenheid te redden: de bevelvoerende generaals zullen weten wat een spoorweg kan vol brengen en wat roekeloos is er van te verlangen. Is dat met in derdaad de voorbereiding, die ons ontbroken heeft? Be koffie als handproviand. Men leest in de Blatter für kriegs verwaltung

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 333