DE EXPEDITIE NAAR DELI. Eei'ste tij cl vak. (14 Alei tot ÏO Joli ÏS'T'S.) Sedert Augustus 1871 werd in het tot Deli behoorend landschap Soengal verzet aangekweekt tegen het gezag van den Sultan; dit verze°t wasnaar het scheenhoofdzakelijk gericht tegen de vestiging van Europeesche ondernemers en tegen de uitgifte van woeste gronden. Als de voornaamste opstokers werden genoemd twee broeders, Datoe Ketjil en Datoe Dalil; de eerste gewezen voogd van het hoofd van Soengal, Sri di Eadja, en 11a diens meerderjarigheid, bij ziekte of afwezigheid van deze, diens plaatsvervanger; de tweede had in der tijd van den Pangeran van Langkat eene aanstelling bekomen tot Bandar van het landschap Timbang Langkat, en zich later beurte lings bij Deli en Langkat aangesloten, om, zoodoende, geen van beide te gehoorzamen. Pogingen van den Sultan, om beide weerspannige Datoes voor zich te laten verschijnen, bleven vruchteloos; zelfs waren zijne zende lingen te Soengal vijandig ontvangenen Datoe Ketjil weigerde, het gezag van den Sultan over dit landschap te erkennen. De vijandige houding van beide hoofden bleek meer en meer. Datoe Dalil wierp eene benteng op te Timbang Langkat, op een drietal marschdagen van Laboean Deli gelegenin het landschap Soengal werd eene belasting uitgeschreven ten einde wapens te kun nen aanschaffenbij verschillende personen en op onderscheidene on dernemingen werden battasche oorlogverklaringen moesoek bringïn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1874 | | pagina 344