113 De drie oorlogsschepen vertrokken den 18(]en Eebruari; de Timor naar de oostkust, de Citadel van Antioerpen naar de noordkust, de Metalen Kruis naar de westkust. Omtrent het resultaat hunner zending is het volgende te melden Oostkust. De radja's van EdiSoengei Raya, Kurti en Pasei teekenden de verklaring; de radja van Edi zond bovendien twee ge zanten met een brief naar den regeeringscommissaris in Atjeh. Te- miang (namelijk het landschap dat door de rivier van denzelfden naam gescheiden wordt van het landschap van denzelfden naamdat onder Siak ressorteert) maakte nog eenige moeielijkheden, maar heeft zich later ook onderworpen. De radja van Simpang Olim, Toekoe Moeda Nja Malimvroeg zes maanden uitstel van antwoord, ten einde de zaak te kunnen overwegen met zijne hoeloebalangs, waarvan een zich te Atjeh bevond, en met zijn volk. De radja van Perlak verzocht drie maanden uitstel. Ziju broederdie beweerde dat een stuk van Perlak hem was afgestaanbood zijne onderwerping aan Langsar weigerde de brieven in ontvangst te nemen. De komman- dant van de Timor berichtte, dat aan de oostkust nog niet algemeen geloofd werd aan de inneming van den kraton, en dat velen onder stelden dat onze troepen Atjeh weder zouden moeten verlaten. Noordkust. De radja van Gighen teekende de acte van onder werping. Later deed dit ook de radja van Endjoeng, die eerst uit stel verzocht had. De radja van Samalangau verklaarde zich tot on derwerping gezindmaar verzocht met het teekenen der verklaring te mogen wachten tot dat de hoofden in Groot-Atjeh zich zouden hebben onderworpen. De radja's van Telok Semawe en Pasangan verzochten uitstel van antwoord. Kloempang Doea wenschte zich naar Pasangan te gedragen. In Merdoe en Pedir zeide men nog geen antwoord te kunnen geven, omdat er hoofden naar Atjeh ver trokken waren voor de begrafenis van den Sultan. Ook op de noord kust werd het succes onzer wapenen in Atjeh nog zeer in twijfel getrokken. Westkust. De radja van Malaboe (Analaboe)wiens gebied zich noordelijk tot Waylah uitstrekt, en de radja's der staatjes tusschen Malaboe en Troemon gelegen, verklaarden zich dadelijk tot onder-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 120