116
elke nieuwe Sultan, bij zijne verheffing tot den troon, de panglima's
der drie sagis met zoodanig geschenk pembriau radja genoemd
begiftigde. Het kou dus ook, bij de aanvaarding der souvereiniteit
over Gighengegeven wordenzonder aan de waardigheid van het
Gouvernement te kort te doen, en zonder den schijn te verwekken
als of de souvereiniteit over Gighen voor de te betalen som gekocht
werd. Aan den kommandant van de Citadel van Antwerpen werd
nog uitdrukkelijk opgedragen het geschenk in dier voege aan te
bieden, dat duidelijk bleek dat het bij wijze van gunst koermia
radja gegeven werd.
De Citadel vertrok daarop wederom naar Gighen. Aan den radja
werd te kennen gegeven dat hem, bij gelegenheid vau het hijsehen
der vlag, eene pembrian radja zou gegeven worden, zonder dat eene
som genoemd werd. De Nederlandsche vlag werd den 203fcen April
in tegenwoordigheid van eene groote volksmenigte geheschen op de
passer van Gigheu, en door het geschut aan den wal en van de
Citadel gesalueerd, terwijl den radja tevens zijne acte van erkenning
en bevestiging werd uitgereikt en 10 000 rijksdaalders werden ter
hand gesteld.
Zoolang de berichten omtrent de onderwerping der verschillende
onderhoorigheden nog niet bij den regeerings-commissaris ontvangen
warenhad het bij dezen een punt van overweging uitgemaakt om
hoezeer zijue tegenwoordigheid te Atjeh voor het beleid der zaken
in den hoofdstaat niet langer gevorderd werd, nog eenigen tijd aldaar
te blijven, ten einde den loop van zaken in de onderhoorigheden
af te wachten, en te trachten de bezwaren uit den weg te ruimen
die tegen het erkennen der Nederlandsche souvereiniteit mochten
worden ingebracht. Maar nadat zoovele staten zich onderworpen
hadden, terwijl verschillende andere staten waarbij zich in de
tweede helft van April ook Pedir voegde getoond hadden tot
onderwerping over te hellen, en nadat omtrent de quaestiëndie
zich verder zouden kunnen voordoen, de noodige instruction aan de
betrokken autoriteiten waren gegeven, achtte hij zijn verder verblijf
in Atjeh nutteloos.
De noodige voorbereidingen werden dus getroffen voor het vertrek
van den gouvernements-commissaris, met de hoofdmacht waarover hij
het bevel had gevoerd, naar Java. Yoor de politieke aangelegenhe
den waren aan den kolonel Pel toegevoegd de adsistent-resident
Kroesen en de controleur le klasse L. W. Tadama, met het noo-