123
Zooals boven gezegd, werd de leiding der te hervatten operation
tegen het rijk van Atjeh opgedragen aan den luitenant-generaal J.
van Swieten, wien als 2de bevelhebber werd toegevoegd de generaal-
majoor G. M. Verspijck.
Als chefs der verschillende staven en diensten en van de drie
brigades van de expeditionaire macht werden aangewezen de navol
gende officieren:
algemeene staf, de kolonel G. P. De Neve
topographische dienst, de kapitein P. Von Balluseck;
cavalerie, de ritmeester P. K. T. Van Woelderen;
artillerie, de luitenant-kolonel H. G. Boumeester;
genie, de majoor G. E. Y. L. Van Zuijlen;
administratie, de onder-intendant der 1ste klasse J. Hofstede;
geneeskundige dienst, de dirigeerende officier van gezondheid der
2de klasse J. R. Hessig
lste brigade, de kolonel C. L. St. A. M. De Roij Van Zui
dewijn
2de brigade, de kolonel G. B. T. Wiggers Van Kerchem;
3de brigade, de kolonel K. P. Schultze.
De marine stond onder het bevel van den kapitein ter zee J. Yan
Gogh, onder wiens toezicht het kommando der sloepenllotille en der
landings-divisie was opgedragen aan den kapitein-luitenant K. C. Bunnik.
Tijdens de landing was het blokkade-eskader ter reede van Atjeh
vereenigdmet uitzondering van Zr. Ms. stoomschepen Sumatra
CoehoornTimorden Eriel, Maas en Waal en Bommelerwaard
die voor blokkade- of andere diensten afwezig waren.
De transportvloot bestond uit de navolgende stoomschepenPrins
Alexander der NederlandenBaron MackayWillem Kroonprins der
NederlandenBaron Sloet Van de Beele en Gouverneur-Generaal Mijer,
allen van de Nederlandsch-Indische stoomvaartmaatschappij, Luite
nant-Generaal Van Sioieten, Jason, HollandAriadneSumatra, Scot
land, John Bramall, Chancellor, Maddaloni en het zeilschip Nancyi
allen in Nederland of in Indië ingehuurde schepen.
Het stoomschip Koningin Sophia, van de Nederlandsch-Indische
stoomvaartmaatschappij, en de zeilschepen Kosmopoliet III en Philips
van Marnixhet laatste ingehuurd ten behoeve der zeemacht, deden
dienst als ziekenschepen. Bovendien werden, gedurende de expeditie,
de stoomschepen Lumley-Castle, Baron Bentinck en Vice-President
1 rins (de beide laatsten van de Nederlandsch-Indische stoomvaart-