124 maatschappij) ingehuurd tot vervoer van suppletie aan troepen, koelies, munitie, levensmiddelen, enz. Eenige maanden vóór het vertrek der expeditie werden het 2de en het halve 6de bataillon infanterie, benevens de barisan van Ma dura naar Padang gedirigeerd, om daar te wachten tot dat zij naar Atjeh zouden worden opgeroepen; de overige troepen, 285 offi cieren en 5808 minderen wier vertrek wegens het uitbreken der cholera (o. a. op een volgeladen vivresschip) tien dagen werd uit gesteld, verlieten Batavia, Samarang en Soerabaia omstreeks de tweede helft der maand November. De transportschepen stoomden niet en flotille, maar hadden order zich aan een te Poeloe-Tankil, nabij Riouw, gestationeerde kruisboot te melden en zich daarna ter reede van Atjeh te vereenigen. Den 20sten November 1873 verliet het stafschip, Frins Alexander der NederlandenBatavia, en toen dit den 28sten daaraanvolgende ter reede van Atjeh het anker wierp, vond het nagenoeg de geheele transportvloot om en nabij die plaats vereenigd. Reeds vóór zijne aankomst aldaar was den opperbevelhebber de onrustbarende tijding geworden, dat op een aantal vaartuigen dier vloot, niettegenstaande de genomen voorzorgen, de cholera was uitgebroken, en op sommige bodems zelfs een zoo bedenkelijk karakter had aangenomen, dat de ko n mandant der maritime middelen, op advies van den geneeskundigen dienst, onverwijld de noodige maatregelen had doen nemen om op het eiland Nassie ongeveer 13 kilometers ten noordwesten van de monding der Atjeh-rivier een voorloopig zieken-etablissement op te richten. Den 23sten November was het linker half 3<le batail lon, onder bescherming van Zr. Ms. stoomschepen WatergeusSu matra en Riouw, daar ontscheept, en had het eiland, zonder tegen stand te ontmoeten, in bezit genomen en ingericht tot tijdelijk verblijf voor choleralijders, die dan ook allen geregeld aan wal werden gebracht. Een oorlogsschip bleef te Poeloe-Nassie gestationeerd. Nauwelijks had de Prins Alexander het anker laten vallen, of de kommandant der maritime middelen, met Zr. Ms. fregat Zeeland ter reede aanwezig, kwam aan boord en bevestigde de slechte tij dingen nopens den gezondheidstoestand op de transportvloot: reeds 43 choleralijders waren bezweken. Van den vijand had men weinig bemerkt; wel had Zr. Ms. stoomschip Citadel van Antwerpen den 25sten November op circa 3600 M. het vuur geopend op eenige in aanbouw zijnde versterkingendoch na weinige schoten hadden de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 131