125 Atjehers het werk gestaakt, en zoodoende verdere demonstratiën on- noodig gemaakt. Twee vragen waren voor het oogenblik van urgent belang; welke maatregelen moesten genomen worden om de cholera met kracht te bestrijdenen waar en wanneer zou de landing plaats hebben P Daar omtrent werd besloten, dat 's anderen daags de 2de bevelhebber zich met eene sectie genietroepen naar Poeloe-Nassie zou begeven om de noodige maatregelen te nemen tot verbetering van het bi vouac, en tevens de chef van den staf, met de kommandanten der artillerie en genie, te scheep eene strandverkenning zou doen ten oosten van de Atjeh-rivier, welke verkenning, ter misleiding van den vijand, gepaard zou gaan met eene schijnverkenning bewesten die rivier. Ten 1 (P/2 uur (29 November) waren de genoemde hoofd-officieren aan boord van het stafschip terug, en brachten het navolgend rapport uit. Nabij de monding der Tjankoel, omstreeks 11,5 kilometer beoosten den mond der Atjeh-rivier, had men een geschikt lan dingsterrein gevonden, dat, naar het scheen, weinig of niet versterkt was, althans tot aan de kwalla Gighen, nagenoeg midden tusschen de beide eerstvermelde riviermondingen gelegen. Ter hoogte van de Tjankoel had echter de bevolking zich zeer vijandig getoond, maar enkele granaatschoten van Zr. Ms. stoomschip Banda waren voldoende geweest om 't vijandelijk vuur tot zwijgen te brengen, waarna uit de vele versterkingen bewesten kwalla Gighen waar het terrein steeds meer moerassig bevonden werd naar mate men het in weste lijke richting verkende geen enkel schot was gelost. Des namiddags kwam ook de generaal-majoor Yerspijck aan boord van de Prins Alexander terug; zijne berichten nopens den gezondheids toestand op Poeloe-Nassie waren verre van bevredigendde ziekte nam in hevigheid toe, voortdurende stortregens maakten het verblijf in het bivouac onhoudbaar, en in verband daarmede had de 2de be velhebber het 3de bataillon zooveel mogelijk doen reëmbarkeeren. Wilde men het voorloopig zieken-etablissement tot een deugdelijk verplegingsoord inrichtendan waren spoedig voorzieningen op uit breide schaal onmisbaar. De chef der genie begaf zich den 30sten naar het eiland, ten einde zorg te dragen voor de oprichting eener barak en voor de vervaardiging van de noodige waterleidingen, ter wijl tevens met den kommandant der maritime middelen de noodige maatregelen werden beraamd en met diens hulp ook aanvankelijk uitgevoerd om spoedige evacuatie der choleralijders van de trans-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 132