129 naar den wal overgebracht; ten 9 uur rukten twee verkenningsko- lonnes naar het zuiden en zuidwesten uit, deels ter vermeerdering van terreinkennis in het algemeendeels om den toegang te zoeken tot den grooten weg, die van Pedir naar den kraton loopt. Ten I2V2 uur waren beide kolonnes in het bivouac terug; beiden hadden zich een weg moeten banen door dicht begroeid terrein en in verband hiermede werd besloten den volgenden morgen langs het strand voort te rukken. Twee malen werd dien dag het bivouac aan de zuid- en oostzij den gealarmeerd, het hevigst omstreeks 4 uur in den namiddag, waarop bevel werd gegeven de huizen der zuidwaarts gelegen kam pongs, die aanvankelijk gespaard waren, doch den vijand telkens tot dekking hadden gediend, te vernielen. De marine had vóór den middag de westelijk gelegen strandbentings beschoten; zij meende daar bij waar te nemen, dat een der voornaamste dier werken, kotta Pohama, ontruimd werd, doch staakte haar vuur, doordien een misverstand deed vermoeden dat onze troepen reeds tot de Atjeh- monding waren doorgedrongen. Den 12llen December werd de 3de brigade naar kotta Moesapie, alzoo westwaarts langs het strand gedirigeerd, terwijl de 2de brigade, om die beweging in den rug te dekken, het bivouac bezet hield. De 3de brigade moest hiertoe eerst de kwalla Gighen over trekken, die men doorwaadbaar waande; nu bleek echter, dat de overtocht alleen met behulp van sloepen en vlotten kon plaats heb ben, wat eene aanzienlijke vertraging veroorzaakte, zoodat de troepen, die ten.6Va uur waren uitgerukt, eerst ten 2 uur de vijandelijke versterkingen bereikten. De kolonel Schultze had op zijn marsch geen tegenstand ondervonden; nu en dan had de vijand van de landzijde der lagune, zonder eenige uitwerking, enkele schoten ge lost: doch op nieuw bleek hij den aftocht te verkiezen boven de verdediging zijner stellingen. Zoowel kotta Pohamaop een eiland in de lagune gelegen, als eene circa 800 M. lange strandversterking die den toegang tot kotta Moesapie versperde, waren verlaten, zoodat de brigade achter deze strandversterking het bivouac kon betrekken. In den namiddag werd in een zuidelijk gelegen benting de witte vlag geheschendoch toen menmet het naar krijgsgebruik gewoon ceremonieel, daarheen een brief trachtte over te brengen, vertoonde zich niemand om dien aan te nemen en moest de brief op een stok in de nabijheid der benting achtergelaten worden. Nog dienzelfden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 136