135 delijk vuur, de borstwering beklom, en het vaandel in de vijande lijke benting plantte, was dit gezicht genoeg om onze wakkere troepen alle hindernissen te doen overwinnen. Weinige minuten later ver kondigden de toonen van het Wilhelmus, dat de versterking in onze handen was. Hiermede hield echter de tegenstand niet op; op onzen rechtervleugel bleef de vijand zich hardnekkig verdedigen eerst tegen 2 uur in den namiddag, na de vermeestering van het linker steun- werk der positie, waaruit de bezetting zich zwemmende redde, wen* het mogelijk onze rechter flank van vijanden te zuiveren en daardooi aan 't gevecht een einde te maken. De kolonel Schultze hield de veroverde stellingen met versche troepen bezet; terwijl tevens werd bepaald, dat de verkenning van hier den volgenden morgen in zuid-westelijke richting zou worden voortgezet, en tevens uit het bivouac Penajoeng eene kolonne naar het zuiden (langs de rivier) zou trekken, om te trachten langs dien weg de onderstelde grasvlakte te bereiken. Den generaal-majoor Ver- spyek werd de leiding van eerstbedoelde operatie opgedragen, den kolonel Schultze het beleid toevertrouwd van de zuidwaartsche ver kenning die op de rechter flank gedekt werd door de gewapende sloepen-flotille, terwijl de luitenant-kolonel Pel op den linker oever 's vijands aandacht zou trachten af te leidenzonder zich in een vuur-gevecht te begeven. Den 26stea December werd werkelijk de grasvlakte gevonden, die door de rechterkolonne (kolonel Schultze) zonder een schot te lossen werd bereikt, en, zoo als men verwachtte, een uitmuntend terrein aanbood voor den belegeringsarbeid tegen 's vijands hoofd versterking, tegenover die vlakte op den linker rivieroever gerngen. De kolonne van den generaal-majoor Verspyck was minder ge lukkig; zoodra deze door hoog suikerriet en dicht begroeid terrein haar marsch had aangevangenwerd zij hevig beschoten uit eene versterking, die men meende op den rechter rivieroever voor zich te hebben, (f) De rapporten der meest vooruitgeschoven troepen- toemaina en fuselier Patinama, de beide laatsteii Amboinezen. Patinama sneuvelde op de plaats. Latoemaina werd ernstig gewond, en deze, even als "Von Bredow en Bacli, terstond ter bijzondere belooning voorgedragen. Alle drie werden bij Konink lijk besluit van 24 Januari 1874 begiftigd met het ridderkruis 4de klasse der Militaire Willemsorde. De voordracht uit Indië en de mededeeling van 's Konings besluit ge schiedden per telegram. (f) Omstreeks 1000 M. bezuiden het bivouac Penajoeng vormt de Atjeh-rivier een bocht, waarin zij uit het oosten naar het noorden afbuigt. Langs die bocht strekten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 142