147
gekost, waaronder 2 officieren, de luitenants C. Yan Leeuwen en J
S. van Bijsterveld. Eerstgenoemde overleed nog dienzelfden dag,
en de tweede, mede zwaar gewond, bezweek eenige dagen later aan
de gevolgen zijner wonden.
In de eerste dagen van Eebruari kwamen ter reede van Atjeh
achtereenvolgens de nog te Padang achtergebleven troepen aan. Men
had gerekend deze troepen nog te zullen behoeven voor de laatste
operation tegen den kraton, maar ook nu zij daarvoor niet meer
gebruikt behoefden te wordenwaren die versche krachten van zeer
groot nut. De aan te leggen versterkingen vorderden ontzaggelijk
veel arbeid en wilde men vóór den regenmoeson geheel gereed zijn,
dan mocht tijd noch werkkracht verloren gaan. Telkens liepen ge
ruchten dat talrijke benden Atjehers het plan vormden onze positiën
aan te vallen, en ofschoon het bij geruchten bleef, toch was men
daardoor genoodzaakt steeds groote detachementen voor den veilig
heidsdienst te bestemmen. Ondanks dezen zwaren wachtdienst werkten
per half bataillon dagelijks 50 man aan de legerplaatsen en verster
kingen, zoodat bij zulk eene krachtsinspanning offensieve handelingen
tot een minimum dienden beperkt te worden. Eene dergelijke be
weging werd echter weldra noodig ter bescherming van onze bondgenoot
Toekoe Nek van Maraksa, die zich na den val van den kraton for
meel onderworpen had en nu bedreigd werd door zijnen nabuur Toe
koe Nanta.
Den 12<3eu Eebruari des morgens ten 53/4 ure verliet een mobiele
kolonne, onder het bevel van den luitenant-kolonel Yan Der Heyden)
Penajoeng met den last zich in zuidwestelijke richting een weg te
banen naar de aan Toekoe Nanta behoorende kampong Bital. Ten
noorden dier kampong had genoemd hoofd eene brug vernield, die
de gemeenschap met Toekoe Nek's gebied vormde, waarna hij eene
versterking had aangelegd langs den rivieroever, ten einde onzen
bondgenoot te beletten de afgebroken brug te herstellen, en wellicht
tevens met het doel hem uit dit vaste punt later aan te vallen.
Het hoofddoel nu van den te ondernemen tocht was de vermeestering
van het nabij Bital opgeworpen retranchement, terwijl den kolonne-
kommandant tevens was opgedragen, zoo mogelijk, op den terug-
marsch de kampongs Ketapang Doea, Oempoes en Badja-Pakik van
vijanden te zuiveren, en zoodoende Toekoe Nanta's bondgenoot,
Iman Djampit, het nadeel zijner tegen het Gouvernement gerichte
aanslagen te doen gevoelen.
1