152
De opperbevelhebber, die gereed stond om met de hoofdmacht
naar Java terug te keeren, besloot, na het gebeurde op den 16den
April, de achter te laten bezetting met 500 man te vermeerderen;
doch achtte het niet geraden door een aanval op 's vijands positiën
onze troepen aan groote verliezen bloot te stellen, verliezen, die
zeker niet zouden zijn te verantwoorden door het belang der mogelijk
te behalen voordeelen. Immers, daar bezetting en proviandeering van
een zooveel meer landwaarts in gelegen post slechts tot verzwakking
onzer positiën zouden kunnen leiden, zou men 's vijands stellingen,
na die te hebben vermeesterd, toch onmiddellijk weder moeten verlaten.
De hoofdmacht werd dus, den 25sten en 26sten April,ingescheept,
en met haar keerden de opperbevelhebber en de tweede bevelhebber
naar Java terug.
]Va het vertrek dezer troepen werden onze positiën in Atjeh aan
houdend door den vijand bestookt, maar deze werd steeds terugge
slagen. Uitvoerige mededeelingen omtrent de gevechten, die na het
vertrek der hoofdmacht hebben plaats gevonden, zullen voor het
volgende verslag bewaard moeten worden.