164 Volgens dat beginsel zou dan voor Nederlandsch-Indie de ge- schiktte wijze van verbetering van liet paardenras op het eiland Java zijn de buising van Javaansche merrien met Overwalsche hengsten met name de Sandelhoutsche en Makassaarschewaarbij wel in acht moet worden genomen, dat de uit deze kruising verkregen vrouwe lijke afstammelingen zich weder met Sandelhoutsche en Makassaarsche hengsten moeten paren. Die paring moet steeds voor de volgende geslachten voortgaan. De wijze waarop men het inheemsche paar denras in Engeland van lieverlede heeft veredeld, moet mijns inziens voor de regeering den weg aangeven, langs welken de verbetering van het Javaansche paardenras is te verkrijgen. Die wijze is deze. Schoone Arabische hengsten werden als ik het wel heb reeds onder de regeering van Hendrik VIII in Engeland ingevoerd, om de inlandsche merrien te dekken. De uit deze paring verkregen vrouwelijke produkten werden op hunne beurt door hengsten van het zelfde ras gedekt, zoodat liet gekruiste ras der merrien zich van lieverlede verbeterde, veredelde. Van daar, dat men hoort spreken van half-drie hwart-enz.raspaard', een paard ein delijk dat al de eigenschappen van een volbloed heeft, zonder het te zijn. Op gelijke wi]ze zijn tot verbetering van het paardenras -en ook van den veestapel in Australië, Engelsche hengsten en stieren - in het vijfde werelddeel ingevoerd. Deze maatregel is met zulk een gunstigen uitslag bekroond geworden, dat de paarden en het vee in Australië, ook door het overvloedige groene voeder dat er aanwezig is, als het ware voor een spotprijs te verkrijgen zijn. Volgens eene gepubliceerde statistiek bedroeg er het getal paarden in de Engelsche nederzettingen op het vaste land in 1859, 421495 stuks en was dit getal in 1865 tot 605874 geklommen. Bij het verbeteren van het paardenras kan men voor de paring der uitheemsche hengsten met de inlandsche merrien in de keuze der stamouders van het te verwachten produkt niet te kieskeurig zijn, omdat de ondervinding heeft geleerd, dat de dieren, op enkele uitzonderingen na zoo niet op hunne ouders dan toch op hunne voorou ders gelijken en van deze de physieke en moreele eigenschappen overerven Bij die overerving wordt echter beweerd, dat het ras van den hengst uitgaatzoo zelfs dat meermalen aan een leelijken hengst van edel bloed de voorkeur wordt gegeven boven een sehoonen van minder bloedgehalte, omdat aan het bloed de onderscheidene goede eigenschappen worden toegekend. De merrie beschouwt men meer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 171