175 Er zijn voorstanders van eene stoeterij op het eiland Timordie de verbetering'van het Indisch paardenras willen beproeven door de kruising van hengsten van Montevideo met merrien van SawoeTi- mor, ja ook van Soemba. Geene kruising met zoogenaamde Preanger paarden zeggen zij want dit zijn niet anders dan leelijke pronk paarden, die geene volhoudende kracht bezitten. Dit laatste zal ik niet tegenspreken, maar waartoe hengsten uit Montevideo herwaarts over te voeren? Is onze kennis omtrent dit paardenras niet zeer onvol doende? Waarom het onzekere voor het zekere nemen, nu men, met meer kennis omtrent de eigenschappen van het inheemsche paar denras op Java en de Overwalschen hengsten toegerust, met minder kosten voorzeker eene verbetering van het Indisch paardenras naar het hier behandelde stelsel kan bewerkstelligen? Ons oog is nog steeds op den Timor-archipel en Celebes gevestigd. Die eilanden voorzagen sedert tal van jaren in de behoefte aan paar den. Niet alleen hadden van daar uitvoeren plaats naar Java, maar ook naar Australië en zelfs naar Mauritius. Zóó is dat paardenras, ook in het buitenland, gewild. Voor de bewaring van dat goede ras deed de regeering weinig; beperkende bepalingen op den uit voer van paarden maakte zij niet eens, toen zelfs door de partiku- liere industrie de schoonste hengsten van taille van die eilanden werden weggehaald en er slechts paar dj es over bleven. Daarbij kwam nog de remonte met hare eischen, waardoor schoone exemplaren van paarden voor goed aan de voortteling werden onttrokken. Men denke aan de nadeelen, die de wet van 1832 in Erankrijk, ten aan zien van den zevenjarigen diensttijd der militieplichtingenaan de progéniture moest berokkenen, om daarna eerst te beseffen hoe grooter de nadeelen zijn geweest, die het tot nu toe gevolgde Indische re monte-stelsel aan de voortteling van het Overwalsch paardenras heeft berokkend. Op Timor en Sawoe en op Rotti wordt dan ook thans een hengst van taille van eenige taille zelfs door de bevol king noode afgestaan. Op Soemba zijn nog hengsten die de maat houdendoch daar een hengst van een goed voorkomen bij den Soemba- nees in aanzien staat, is hij ongenegen vaakdien te verkoopen. Wie hiervan meer wil weten, verwijs ik naar de lezenswaardige verhandeling van den reeds genoemden heer Roos over het eiland Soemba. Zie Tijdschrift van Ned. Indie, 1874, No. 11.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 182