181 zijn. Zoo werd in de begrooting van INederlandsch-Indie voor het jaar 1875 gerekend op den aankoop, a, f '200 en f 140, van paar den voor de kavallerie en artillerie, ter aanvulling van inkompleet en ter verstrekking aan officieren der bereden wapens en voor de lijfwachten dragonders. De voorziening in de behoefte aan paarden bij het Indische leger heeft plaats door aankoop: 1° op de partikuliere paardenveilingen te Batavia, Samarang en Soerabaja, van Overwalsche exemplaren; 2° op het eiland Soemba; 3° te Makasser; 4° ter Sumatra's Westkust; en 5° in de binnenlanden van Java. Hieruit volgt, dat men bij het leger verschillende paardenrassen vertegenwoordigd vindt, waarvan het Sandelhoutsche en het Makas- saarsche ras de meerderheid uitmaken. Tot voor 1855 werd aan de remonteering door aankoop van Over walsche paarden, op een der drie hoofdplaatsen van Java aangebracht in den regel de voorkeur gegeven boven den aankoop te Makasser of op Soemba; de risico bij den overvoer naar Java van de aangekochte paarden en de daaraan verbonden groote kosten waren hiervan oorzaak Op de paardenvendutien te Batavia, Samarang en Soerabaja mocht men voor de Overwalsche paarden, die aan alle vereisehten van troe penpaard voldeden, de navolgende prijzen per paard besteden: te Batavia150, h Samarang. 140, Soerabaja 130, Maar spoedig bleken die prijzen onvoldoende te zijn en werden zij verhoogd tot f 180, 165 en f 140. En ook hiervoor kon men op den duur geene goede paarden erlangen, ten gevolge waarvan in 1857 het inkompleet aan paarden bij het regiment Indische ka vallerie 192 stuks bedroeg, d. i. ruim i van de toenmalige organieke sterkte van het regiment, waarbij de djajangs-sekar en lijfwachten dragonders natuurlijk niet gerekend worden. En andermaal werden de remonteprijzen verhoogd tot f 260 voor Batavia en Samarang en f 220 voor Soerabaja per Overwalsch paard. Die prijzen zijn, geloof ik, althan3 tot 1873, onveranderd gebleven. Daaruit af te leiden, dat de remonte sedert naar wensch vooruitgaat, is minder juist. Het tegendeel is waar. In 1860 was het inkompleet aan 8*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 188