185 Het vraagstuk om het bereden gedeelte van het Indische leger goed bereden te velde te brengen wordt hierdoor moeilijker op te lossen. Ik meen uit het voorgaande te moeten afleiden 1» dat de regeering zich gedurende de laatste twintig jaren voort durend grootere en grootere geldelijke offers heeft moeten getroosten, om de bereden korpsen van het leger in staat te stellen zich van paarden te voorzien; <jo dat wil zij hare eisehen niet beneden het middelmatige stellen die offers al meer en meer zullen stijgen, zonder dat daar in, gelijk de ondervinding reden geeft te verwachten, éénige waarborg voor eene geregelde remonteering wordt gevonden. Nederland en de meeste staten op het vaste land van Europa kunnen zich in kritische oogenblikken, door de kracht van het geld, van paarden voor de remonte voorzien, door aankoop in het buiten land; maar in den Indischen archipel is dat middel zóó gebrekkig, dat wanneer eene vijandelijke Europeesche vloot zich daarin vertoont, het embargo op onze schepen legt en Java's havens niet per noti- ficaüonem blokkeert, niet alleen alle aanvoer van vreemde paarden, maar zelfs die van onze Overwalsche paarden tamelijk illusoir zal worden. Men zal dan genoodzaakt worden, om de hulpbronnen voor de remonte hoe gebrekkig dan ook op het eiland Java zelf te zoeken. In de behoefte aan remonte-paarden moet in elk geval, hoe ook, worden voorzien. Ik geloof daarom dat het geene weelde mag heetenwanneer de bereden korpsen van het Indische leger reeds in vredestijd het aantal valide paarden altijd op kompleet moeten hebben. Aan deze beschouwingen knoopt zich de vraag vast: Indien de regeering in den Indischen archipel zelf geen voldoend aantal paar den voor de remonte kan krijgenwaarom dan niet van plaatsen buiten den archipel paarden aangevoerd? Het antwoord daarop is: omdat alle andere landen in de nabijheid van de Nederlandsche be zittingen paarden bezitten van aanmerkelijk grooteren bouw dan het Indische paard, waardoor bij het gebruik van die uitheemsche paarden geheel ander harnachement en grootendeels ook ander veld- en berg- materieel bij de artillerie gebruikt zouden moeten worden, eene uitgave voor de regeering en tevens eene omwenteling in de artil lerie, zóó groot, dat er niet aan te denken valt. Buitendien is ook de prijs van die uitheemsche paarden een bezwaar. Meermalen is hiernaar op last van het departement van oorlog een onderzoek

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 192