189
3° dat zij voedsel (gras) voor het geheele jaar door kunnen opleveren
4° dat zij meer dan voldoende door rivieren en beekjes worden
besproeid.
Een ander vereischte voor de stoeterijen is, dat de temperatuur
der landstreek, waarin zij gelegen zijn, gematigd is. De nabijheid
van een goed begaanbaren weg of van den zetel van het bestuur
eener residentie mogen volstrekt niet als vereischten, maar slechts
als gunstige bijkomende omstandigheden géiden.
Aangezien de landbouw groote voordeelen oplevert en derhalve het
onteigenen van sawah'sten nutte van eene op te richten stoeterij
met groote kosten zal gepaard gaankan men volstaan met woeste
gronden voor dat doel te ontginnen. Men behoeft evenwel niet dade
lijk de geheele uitgestrektheid gronds, welke voor de stoeterij be
stemd is, te gaan bebouwen of daarvoor in te richten, maar jaarlijks
slechts een gedeelte er vannaarmate de paardenbevolking op die
inrichting toeneemt, totdat deze het maximum volgens het reglement
heeft bereikt, b. v. van 2000 hengsten, merrien en veulens, waar
voor het aangekochte terrein beschikbaar moet zijn; hierbij gerekend
op 600 moederpaardenwelke in 4 jaren 1200 veulens werpen.
Eene vochtige lucht werkt zeer nadeelig op den huid van het
paard en maakt dien weekis reeds hierboven ad 1° gezegd. De
vochtigheid wordt bevorderd door uitgestrekte watervlakten dus op
terreinen nabij de zee en bosschen, hoewel de hierdoor veroor
zaakte uitdampingen niet zoo ongezond zijn als die der moerassen.
De terreinen der stoeterij moeten daarom niet drassig, maar hoog
gelegen zijn; tevens geaccidenteerd om eene goede gelegenheid aan
te bieden voor de paring der paarden. De hengst, die losgelaten
wordt, moet de merrie zijner keuze zonder moeite kunnen vinden.
Die keuze moet, zoo doenlijk, niet aan de menschenmaar aan de
paarden zeiven worden overgelaten. Laisse le fairezegt de Eranscb-
man; want bij het paard is, meer dan bij den mensch nog, het
gezegde van toepassing: les enfants d'un mariage d'amour sont plus
beaux que les enfants d'un mariage forcé.
De bodem waarvan ad 2° gesproken wordt van bet terrein
der stoeterijen oefent een grooten invloed uit op het gehalte der
paardenmaar vooral op den hoef van het paard. Zoo hebben de
Hollandsche paarden door den vochtigen bodem van ons vaderland,
in vergelijking van de Indische paardenweeke hoeven en is daar
om het beslag een algemeen vereischte. De ondervinding heeft ge-