door Sandelhoutsche en Makassaarsche hengsten verwekt, daar deze op hun geboortegrond volstrekt aan geen weelderig voedsel gewend zijn. Eindelijk rest mij te spreken over de bij 4° vermelde voorwaarde, waaraan de stoeterijgronden moeten voldoen. Voor het draineeren van het terrein kan men gebruik maken van het natuurlijke stelseldat hier voor door de rivieren en beken wordt gevormddiezooals gezegd is de terreinen der stoeterij moeten besproeien. Het waterdat men de paar den te drinken geeft, moet evenals het gras, een punt van onderzoek uitmaken bij de keuze van terreinen. Het kalkhoudend of zooge naamd hard water werkt, het werd reeds opgemerkt, nadeelig op de vruchtbaarheid der paarden. Tot het aanleggen van paardenfokkerijen zijn wel eens in aanmer- kinggebracht de eilanden Sampoe, Noesa Baroeng, Karimon Djawa en het Prinseneiland, die, bij voldoende en goed drinkwater, zooals betoogd werd, ruim voorzien zouden zijn van goede weiden en later bovendien eene uitbreiding van de stoeterij zouden toelaten om zelfs, zoo noodig, den geheelen Indischen archipel van paarden te voorzien. De mogelijkheid kan hiervan door mijuit gebrek aan lokale kennis niet worden beoordeeld. Liever wil ik aannemen dat men op die eilanden geene tijgers vindt, en men, door de onmiddellijke nabijheid van het eiland Java, in de gelegenheid kan zijn, de paarden der stoeterijbij het uitbreken van een oorlog met eene Europeesche mogendheidtijdig naar 1 Java over te brengenenofschoon dat overbrengen van eene stoeterij volstrekt zoo gemakkelijk niet is en natuurlijk als eerste voorwaarde moet hebben, dat ergens anders op niet te grooten afstand van de plaats van herkomst eene geschikte gelegenheid bestaat de paarden en veulens een goed onderkomen te bezorgen zoodoende den vijand de kansen ontneemt om van de stoeterij ten eigen bate gebruik te maken. Ik wil ook toegeven dat de paarden der stoeterijop een dier eilanden geplaatstonmogelijk weg kunnen loopen en, door dat die eilanden zoo betrekkelijk klein zijn, spoedig en gemakkelijk na hunne ontvluchting kunnen worden teruggevondenzoodat men dus minder kosten behoeft te besteden voor het maken van afsluitingsmiddelen bij de stoeterij. Maar ik be twijfel het zeer, of de aan te leggen stoeterijgronden op die eilanden, uithoofde van de kleine uitgestrektheidvan alle kanten in de onmid dellijke nabijheid der zee gelegen, zullen voldoen aan de eerste der hierboven gestelde voorwaardendat de temperatuur er zóó vochtig 192

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 199