195
Aan de opgezetenen der stoeterij verstrekte men gratis genees
kundige hulp. En even als de toewan tanah dit overal elders doet
geve de direkteur der stoeterij hun van tijd tot tijd een sedekahen
zelfs een sedekah boemi, gelijk dit op de partikuliere landen plaats
heeft. In vroegere jaren gaf men ook sedekah's aan het Inlandsch
personeel van den buskruitmolen te Samarang, maar uit welke fond
sen de kosten voor die feesten werden bestreden#s mij niet bekend.
Later kom ik op de bevolking der stoeterijlanden terug.
Met het oog op de bestemming van de in eene militaire stoeterij
opgefokte paarden, wordt het doelmatig geacht, de opkweeking der
remonte-paarden met hunne geleidelijke africhting te doen plaats heb
ben, wil men dat zij eenmaal bij de kavallerie en artillerie inge
deeldzich gereedelijker laten behandelen en ook spoediger geheel
afgericht worden. En daar nu de militaire stoeterijen ten doel hebben,
de bereden korpsen van het leger ten allen tijde van remonte-paarden
te voorzien, moet men wei bedenken, dat het toekomstige oorlogs
paard reeds in zijne jeugd, zonder dat dit op zijne ontwikkeling van
eenigen nadeeligen invloed mag zijn", aan vermoeienissen gewend,
op een zeer geaccidenteerd terrein geoefend, dus aan het paard eene
voorloopige africhting gegeven moet worden. Anders zou de snelle—soms
te groote overgang van het niets doen bij de stoeterijen tot de
betrekkelijk zware diensten bij de korpsen allicht de oorzaak kun
nen zijn van ziekten onder de jonge paarden. Eene voorloopige
africhting bij de stoeterij werkt de definitieve bij de korpsen zeer in
de hand natuurlijk.
Die voorloopige africhting moet zeer geleidelijk plaats hebben. Men
laat b. v. de jonge paarden bij de stoeterij eerst door kinderen, jongens
van 14< a 16 jaren, berijden en deze met de paarden spelen, opdat
zij aan den omgang met menschen gewend worden. Spelenderwijze
moet de allereerste africhting geschieden; het paard krijgt dan lang
zamerhand zachtheid, begint zich aan den mensch te hechten en legt
zijne schuwheid af. Bij de eerste africhting bepaalt men reeds, welke
paarden later bij de kavallerie en welke bij de artillerie zullen worden
ingedeeld. Het spreekt van zelf, dat de beste paarden voor de ka
vallerie worden bestemd; want, al moeten de artilleriepaarden aan
twee vereischten voldoengeschiktheid voor rij- en trekpaardzoo
is het aan geen twijfel onderhevig, dat de vereischten voor een rijpaard
bij de kavallerie veel grooter zijn dan bij de artillerie.