198 Hebben nu de remonte-paarden der stoeterij den vastgesteldeu leef tijd bereikt om naar de korpsen te worden gezondendan moet men ze derwaarts laten vertrekken vóór het invallen van den kwaden moeson, omdat dan het transport van die paarden onder de gunstigste omstandigheden kan geschieden. Gedurende den regenmoeson kunnen zij dan geleidelijk en zonder overhaasting worden afgericht, om ein delijk in het daaropvolgende vóórjaar bij de veld-eskadrons kavallerie en de batterijen artillerie geheel afgericht over te gaan. In het voorjaar is de tijd ook daar, om de Overwalsche remonte- paarden, die met het waaien der oostewinden naar Java worden over gevoerd op hunne beurt af te richten. Door deze regelingen wor den de werkzaamheden bij de korpsen over het geheele jaar gelijk matig verdeeld. Aangezien de voor de voortteling bijzonder geschikte dekhengsten onder veel ongunstiger omstandigheden zijn geplaatst dan dezelfde kategorie der moederpaardenis het om die redendat de verhou ding van 1 dekhengst op 24> merrien aanvankelijk is gereduceerd tot 1 cp 18. Om nu de minder geschikte dekhengsten tijdig door soliede exemplaren te kunnen vervangendient de jaarlijksche aan vulling der hengsten op de stoeterij op van het aldaar aanwe zige getal te worden gesteld. Bij de keuze der paarden tot welke doeleinden men die ook moge bestemmen kan men niet streng genoeg te werk gaan. Men heeft dus hier te doen met de afschtijoing van veulens, mer rien en hengsten op de stoeterijen. De veulens ondergaan twee keu ringen op de stoeterijen a. op den leeftijd van twee jarenwaarbij wordt onderzochtof de vrouwelijke veulens voor de voortteling en de mannelijke veulens voor den krijgsdienst geschikt zijn; en b. op den leeftijd van drie en een halfjaar, als wanneer goedge keurde moederpaarden voor de voortteling op de stoeterij blijven, de andere niet aan dezen eisch voldoende verkocht en de goedge keurde hengsten naar de korpsen gezonden worden; terwijl de over schietende, afgekeurde hengsten voor de voortteling en voor den troep ongeschikt ook verkocht worden. In aanmerking nemende, dat de veulens van de stoeterij onder de gunstigste omstandigheden zijn opgegroeid, is de berekening, dat het-j gedeelte van het aantal veulens aan de laatste keuring voldoen en dus het -J- gedeelte wordt afgeschreven, mijns inziens niet te hoog genomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 205