205 Ook aan den arbeid der paarden op de stoeterij behoort meer aan dacht te worden geschonken. Men kan geene schoone en deugdzame paarden verkrijgenwanneer men deze niet reeds vroeg aan den arbeid gewent. Die arbeid kan ziekten voorkomen en geeft door de bewe ging der paarden kracht en buigzaamheid aan deze dieren. De bewe gingen der paarden moeten overeenkomstig den aanleg en de bestem ming van het paard plaats hebben, de spieren versterken en het vet verminderen. De levenswijze van het paard op de stoeterijen moet eene inleiding zijn van die bij de korpsen van het leger. Op de stoe terij geen arbeid verrichtende, zou het paard, door den snellen over gang van niets doen tot een zwaren arbeid, spoedig na aankomst bij het korps ziek worden. Wanneer het paard reeds op jeugdigen leeftijd dat is dus op de stoeterij aan verschillende oefeningen wordt gewend, dan zal later de africhting bij het korps én paard én ruiter gemakkelijker vallen. Het zoogenaamde entraineeren bij race-paarden levertwanneer dit reeds op jeugdigen leeftijd en op doelmatige wijze geschiedtlater op de renbaan aanzienlijke voordeelen op tegenover paarden, welke die voorbereidende oefening niet hebben doorloopen. De snelste loopers op de renbaan zijn ook de meest geoefende en bestgevormde paarden. De arbeid der jeugdige paarden op de stoeterijen zal op de vol gende wijze moeten plaats hebben. De veulens tusschen de 18 en 20 maanden oud laat men door kinderen berijden; dit is het begin der africhting. Tot op den leeftijd van drie jaar wordt het veulen ge oefend in het doorstaan van vermoeienissen en ontberingen, omdat men hierdoor moet leeren kennen wat het paard vermag. Gedurende den drachttijd mogen de merrien geen arbeid verrichten, daar zulks nadeelig werkt op de ontwikkeling van het produkt. Op den leeftijd van drie en een halfjaar verlaten de remonte-paar den, goedgekeurd zijnde, de stoeterij, om bij de korpsen ingedeeld te worden en daar hunne geheele africhting te ontvangen. Eerst op den leeftijd van vier jaren worden zij bij de veld-eskadrons kavallerie inge deeld en eigenlijk wat met noemt geheel troepenpaard. In Pruisen worden de voor de remonte bestemde paarden, die van de partiku- lieren afkomstig zijnop den leeftijd van drie en een halfjaar aan de remonte-dépots afgeleverd. De Spanjaarden berijden de schoone exemplaren van hunne '^nda- lusische paarden eerst wanneer deze zeven jaren oud zijn. Miaar het 9*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 212