deele voor zijne taak geschikt is. Is een luitenant voor die taak ten
voile berekend en ze zijn er dan moet men dien persoon in
's lands welbegrepen belang ook zoolang mogelijk, en des noods in
den rang van majoorin die betrekking laten. De betrekking van
direkteur eener stoeterij is moeilijk. Energie en werkzaamheid moe
ten de hoofdtrekken van zijn karakter zijn. Hij moet door en door
kenner en liefhebber van paarden wezen. Yooral hij, die belast wordt
met het scheppen van eene stoeterij, moet al die eigenschappen in
hooge mate bezitten. De taak die op hem rust is veel omvattend;
de belangen-, voor welker behartiging hij moet wakenwegen zeer
zwaar en zijne verantwoordelijkheid is zeer groot. Het welslagen
der stoeterij is voor het grootste gedeelte van hem afhankelijk. Wil
hij in moeilijke omstandigheden handelendan moeten zijne han
delingen niet belemmerd worden door allerlei administratieve haar
kloverijen. Hij treedt toch niet alleen op als militairmaar vaak
als industrieeldie met het kapitaal van een ander het gouverne
ment werkt. Dat gouvernement moet hem een bijna onbeperkt
vertrouwen schenken; maakt hij zich dat vertrouwen onwaardig, dan
is er zijne eer mede gemoeid.
De direkteur wordt ter zijde gestaan door een paardenarts. Dat
deze militair moet zijn, is niet strikt noodig. Bij ontstentenis, van
een alleszins bekwamen paardenarts, kan men een burgerlijken veearts
met den dienst op de stoeterij belasten. Dat de paardenarts onaf
scheidelijk aan eene stoeterij verbonden moet zijnwordt ons door
Erankrijk geleerd, en kan ten overvloede door de geschiedenis der
gouvernements-stoeterij te Tjiandjoer worden aangetoond.
Is de stoeterij nog al op een afstand van de eene of andere plaats
gelegen, dan dient er ook een officier van gezondheid te zijn. Strikt
noodzakelijk is dit echter niet.
Aangezien men niet van den direkteur mag vorderendat hij zich
persoonlijk overtuigt van alles wat op de stoeterij omgaat, en hij onmo
gelijk door het geven van aanwijzingen in alle omstandigheden kan
voorzien, behoort hij in zijn veel omvattenden werkkring door Euro-
peesche eu Inlandsche onderofficieren en korporaals te worden bijge
staan en moeten dezen menschen zijnop wie men staat kan maken.
Het mindere personeel is verder samengesteld uit Europeesche en
Inlandsche manschappen, van de bereden korpsen vaii het leger gede
tacheerd; terwijl voor het verrichten der veelvuldige werkzaamheden
in stallen, weiden, enz., de Inlandsche opgezetenen der stoeterij
207