214 ring dus dépotbataillons op te richten, en wel in voldoende getale, n. 1. per 4 veldbataillons een dépofc-bataillon van 4 kompagniën. David stelt voor, twee van die korpsen op te richteneen te Fort de Koek en één te Buitenzorg. Die korpsen zouden van gelijke sterkte en indeeling (6 kompag niën) moeten zijneu toch zou het ééne slechts behoeven te dienen voor de veldbataillons van Sumatra, terwijl het andere de geheele infanterie van Java zou moeten voorzienbenevens het voorgestelde veldbataillon van Celebes. Men zou hebben mogen verwachten, dat de schrijver de veldba- bataillons mobiel had willen makenen ze dus zou willen ontlasten van het groot aantal niet-strijdvaardigendat ze thans bevatten. Vijf depotbataillons voor het geheele leger zouden m. i. eerst vol doende zijn om de veldbataillons geschikt te maken voor den oorlog. Bij de tegenwoordige organisatie vindt men in gewone omstan digheden bij alle bataillons gemiddeld 50 rekruten, en bij die in de bergklimaten 100 militairen, die tijdelijk ongeschikt zijn voor den dienst te velde. Tijdens den oorlog met Atjeh is het aantal rekruten en zieken zoodanig gestegendat onderscheidene bataillons bijna uitsluitend daaruit bestaanen men bij die korpsen ernstig zou moeten zoeken, wanneer men een 25-tal soldaten zou willen vinden, die volkomen gezond, geoefend en gedisciplineerd zijn. Al die rekruten en zieken behooren bij depots te huis, maar aan gezien bij dit leger geene depots bestaanworden veldbataillons als zoodanig gebruikt, en derhalve, hun naam ten spot, verlaagd tot onbruikbare bataillons, dermate gedesorganiseerd dat zij in geen jaren weer kunnen worden wat zij eenmaal geweest zijn. Na zich in uitvoerige cijfergroepeeringen te hebben verdiepteindigt David met de stelling: //dat eene slechte verhouding tusschen de officiersrangen geen motief tot reorganisatie mag zijn, en dat, zoo de verhouding goed en de organisatie slecht is, gereorganiseerd moet wordenzelfs ten koste dier goede verhouding." De schrijver stelt dus de verhouding tusschen de officiersrangen aan den eenen, en de organisatie van een leger aan den anderen kant. Ook de ordonnancen en magazijnskneclits dienen uit de sterkte der veldbataillons te worden genomen, en als soldats hors rang, in subsistentie te worden gevoerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 221