215 Die stelling maakt een ongunstigen indruktot geruststelling kan echter gezegd wordendat zij zelfs geen zweem van waarde bezit. Zij doet mij denken aan iemand, die een uurwerk aan den horo- logiemaker ter reparatie afgeeft, met de aanbeveling: //breng het in ordeoffer er des noods de veer aan op Yolgens mijn begrip moet iemand, die een leger wil organiseeren, in de eerste plaats zorgen voor de kracht die de massa kan bezie len, met andere woorden: voor een kundig, energiek, goed gezind officierskorpswant zonder officieren, geen leger. Een degelijk officierskorps nu is niet te verkrijgen, tenzij men zorge voor emulatie en men reeds voor den jongen officier den veld heerstaf in het verschiet hange, opdat hij wete, dat hij door krijgs mansdeugden kan opklimmen tot hoogen ja tot den hoogsten rang. Zelfs een bestaand officierskorps, dat goed is, gaat onvermijdelijk ten gronde, wanneer door de eene of andere reden de gelegenheid om iets te kunnen worden voor den jongen officier wordt afgesne den en hij gedoemd wordt om in lage rangen te verslijten. Eene goede verhouding tusschen de rangen der officieren is dus een onderdeel der organisatie, en nu vraag ik hoe het mogelijk is, dat men een onderdeel van iets stelt tegenover het geheel? Een leger zonder goedgezinde officieren gaat te niet, en zoo ook zal het Indische leger zijn lot niet ontgaan, wanneer de regeering niet krachtig en snel maatregelen neemtom de promotie der officie ren te regelenen te doen zijnzooals zij moet zijn. Elke poging, gedaan om de infanterie van het Indische leger op te heffen uit den diepen staat van verval waarin zij verkeert, wordt door de officieren, bijzonder door die der infanterie, met vreug de en dank gezien. Al is de door David voorgestelde reorganisatie geen medicijn die de kranke kan redden, er is toch veel in, dat haar in beginsel zeer ten goede zou kunnen komenzooalshet brengen der veldbataillons op vier kompagnien, het daarstellen van muziekkorpsen die niet zijn ten prejudice dier kompagnien, het oprichten van depotbataillons het indeelen van een reserve-kapitein per bataillon en eindelijk het organiseeren der garnizoensbataillons in kompagnienopdat die troe- penafdeelingen ophouden eene indeeling te voerendie hare strijd vaardigheid verlamt. Iemand die het goede wil, zooals de schrijver der reorganisaties

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 222