219 factor is voor de beoordeeling der geschiktheid. De voornaamste eigenschappendie een hoofdofficier moet bezittenzijn menschen- kennisgeestkrachtvlugheid van begripeene hooge mate van plicht besef, tegenwoordigheid van geest, tact om te bevelen, vastberadenheid en dergelijke; deze eigenschappen kunnen nooit op een examen blij ken, die kunnen alleen uitkomen gedurende een langdurigen diensttijd. Door het examenstelsel, zooals E. dat zoude wenschen, zou men geenerlei waarborgen erlangendat de in der daad het meest geschikte officieren het spoedigst de hoogere rangen bereiken. Voorzeker achten wij wetenschappelijke kennis niet geringMaar wij hebben liever een flinken chef met goed ontwikkeld verstand, dan een wonder van geleerdheid, dat zijn bataillon niet zou weten aan te voeren of door zenuwachtigheid zijn troep ook zenuwachtig maakt. De schrijver zegt, dat lust tot studie en verdere ontwikkeling prikkel moet vinden in betere vooruitzichten. //De stadie wordt niet opgedrongen, De lust moet zitten in den jongen" zegt een oud schoolmeestersspreekwoord. Zij die lust tot studie hebben, hebben die thans nu er geen promotie bij keuze bestaat ook. Trouwens, voldoende prikkel bestaat: die geen lust tot studie heeft verdient ook niet, kapitein of hoofdofficier te worden, want hij doet aan zijn plicht te kort. Het is zijn plicht, Koning en Vaderland zoo goed mogelijk te dienen; hij kan dien plicht niet vervullen, als hij op zijn 30e jaar nog op denzelfden trap van ont wikkeling staat als op zijn 20e. IJver voor den dienst sluit in zich, ijver om zich meer en meer voor zijne betrekking te bekwamen. De heer Glasius heeft in den Gids van Maart 1875 een hoogst belangrijk opstel geschreven over de opleiding en bevordering der officieren van het Nederlandsche leger. Niemand, die dat opstel leest, zal tegenspreken dat, zoo iemand, de heer Glasius hoogen prijs stelt op wetenschappelijke ontwikkeling van het officierskorps. Tevens zal ieder voorzeker erkennendat de heer Glasius iemand is, wiens meening waard is, gehoord te worden en gewicht in de schaal legt. En wat lezen wij daar (blz. 538)? //Is het echter mogelijk om bevordering bij keuze te regelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 226