223 meening, dat zich geene kandidaten hebben opgegeven om bij het wapen der genie over te gaan, o. a. omdat die overgang geen zeker heid geeft voor de toekomst; //want al heeft men het examen met gunsligen uitslag afgelegd, dan is men nog geen bouwkundige noch practisch officier der genie, hetgeen hoofdfactoren zullen zijn bij de beoordeeling van de geschiktheid voor de hooger raDgen bij dat wapen." Wij zullen hier nu niet stilstaan bij de kwestie, dat R. met deze woorden zelf zijn examenstelsel afkeurt, omdat toch ook bij andere wapens en diensten practische geschiktheid een hoofdfactor is bij de beoordeeling van bekwaamheid voor de hoogere rangenmaar er een voudig op wijzen, dat om hetzelfde motief geene kadetten voor de senie aan de militaire akademie zouden kunnen verwacht worden; want hijdie van die inrichting officier wordtis ook nog geen //bouwkundige of practisch officier der genie." De eischen van het examen voor den overgang van officieren van andere wapens bij dat der genie zijn zoo hoog gestelddat men gerust kan zeggen dat hij, die dat examen goed heeft afgelegdwetenschappelijk gelijk staat met den van de militaire akademie afkomstigen genie-officier, en het slechts aan hem zal liggen om de hoogere, zelfs de hoogste rangen bij het wapen te bereiken. Zelfs heeft men bij hen die, reeds hunne studiën om officier te worden voleindigd hebbende, op nieuw ijverig gaan studeeren om hunne positie te verbeteren, meer kans, dat ijver, als middel om in hunne carrière vooruit te komen, hun ook later niet zal ontbreken; dat zij zullen zijn degelijke officieren, die het wapen, waartoe zij dan geheel volgens vrije heme meer dan men zeggen kan van den knaap die op zijn 14e of 15e jaar naar de akademie ging behooren, eer zullen aandoen. Aan eene speciale betrekking, zegt de schrijver, zijn in den regel zoovele werkzaamheden verbonden, dat men tijd te kort komt om de meest belangrijke tijdschriften te volgen en niet dan met buitenge wone inspanning en met opoffering van de gezondheid de aangevangen studie kan voortzetten. Wij kunnen deze meening niet deelen. Het is waar, dat velen, nadat zij in eene speciale betrekking geplaatst zijn, het drukker heb ben dan voor dien tijd; maar wie tijd vinden wilvindt die ook wel. Het bewijs kan gegeven worden door de eenvoudige mededeeling, dat verreweg de meeste en ijverigste medewerkers van het militair tijdschrift officieren van de bureaux enz. zijn; dat de heer Yan der 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 230