mm MILITAIRE STOETERIJ VOOR HET INDISCHE LEGER. [Vervolg en slot van blz. 209.) III. Over de part'ikuliere stoetengen. Het is niet'voor wederlegging vatbaar, dat een particulier, inden regel, met meer voordeel een tak van nijverheid kan exploiteeren dan het gouvernement, dat dan ook, strikt genomen, geen hoopman of industrieel mag zijn. De staat handelt daarom naar mijne beschei den meening verstandiger om b. v. de eene of andere nijverheids onderneming, wanneer ze nog in hare opkomst is, krachtig te ondersteunen, dan zelf die onderneming te drijven. De gouverne- ments-subsidie moet zoo lang duren totdat de staat met zekerheid kan nagaan, dat de onderneming op zich zelve-kan staan en zij de gouvernementeele hulp kan derven. Dit is ook van toepassing op de ondernemingen als partihuliere stoeterijen op Java. De staat heeft in Indie te veel koopman en industrieel willen zijn en de regeering heeft zich daardoor in meer dan een opzicht veel schade berokkend. Ook landbouwer wilde zij zijn en de notenmus kaat-, kaneel-, indigo- en theekuituur heeft ze met aanhoudende ver liezen uitgeoefend. De suiker is handen van de partikulieren. Alleen tin en koffie zijn eigenlijk nog de zoogenaamde groote produkten, die ze op de wereldmarkt met grove winsten van de hand zet. Is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 234