228
de begrooting hoog opgevoerd, geen nood; de gelden kunnen gevon
den wordenwant de koffie maakt het weer goed. Koffie was het, die
ons in staat stelde, Atjeh tot nu toe te beoorlogen.
De vruchten die de regeering van de koffiekultuur plukt heeft ze
eigenlijk voor het grijpen, maar de voordeelen die eene paarden
fokkerij voor haar moet opleveren, zijn eerst na verloop van jaren
en dan nog slechts zijdelings te verwachten. Kechtstreeksch voor
deel, zooals bij de koffiekultuur, zal ze bij eene paardenfokkerij wel
moeilijk verkrijgen; doch ze moet daarom hier niet als koopman of
industrieel, maar als staathuishoudkundige optredenen vragenwelke
zijn de zijdelingsche voordeelen, aan de oprichting van eene paarden
fokkerij verbonden. Het antwoord hierop is:
1° uitbreiding en verbetering van den paardenstapel,
2° verbetering van de transportmiddelen,
3° verhooging van onze iveerbaarheid.
In Frankrijk werden de aan eene partikuliere stoeterij verbonden
kosten goed gemaakt door de hooge premien die op de courses
worden behaald, en de prijzen voor het dekken. In 1864 werd daar
eene kommissie benoemdom te onderzoeken in hoeverre de bescher
ming, door den staat aan de partikuliere stoeterijen verleend, nog
noodzakelijk was. Het gevoelen der kommissie was te dien aanzien
echter uiteenloopend. In Engeland is die staatsbescherming minder
noodig; daar wordt betrekkelijk meer voor de verbetering van het
paardenras gedaan; daar is het de trots der aristokratie b. v. om op
hare uitgestrekte domeinen stoeterijen te hebben, die van vader op
zoon overgaan en als eene familiezaak worden beschouwd. Maar in
Nederlandsch-Indië, waar alles even onbestendig is, valt aan zoo iets
niet te denken. In Rusland bekleedde de partikuliere stoeterij van
den graaf Orlow eene eerste plaats, en de daarop geteelde paarden
waren van zulk een goed gehalte dat men van het Orlowras sprak
In lateren tijd werd die stoeterij door den Czaar overgenomen.
In hoeverre nu een partikulier in Indië genegen zou zijn om, met
eene subsidie of eenige ondersteuning van het gouvernement, zijn ka
pitaal en zijne kennis dienstbaar te maken aan het opfokken van
paarden, hangt geheel af van den aard dier ondersteuning.
De enkele, kleine, partikuliere stoeterijen die op Java te vinden
zijn, kunnen niet anders dan als liefhebberij-stoeterij en worden be
schouwd, die op zulk eene kleine schaal zijn, dat ze als het ware
op de verbetering van het paardenras en de uitbreiding van den paar-