253 tingen,-die doorgesnedene lijnen, die vernielde bruggen verwonderden mij niet meer zoo zeer. Ik stap vluchtig heen over de voorvallen mijner reis tot Madrid. Eene afschuwelijke kleine sleepboot, zonder hutten, zonder levens middelen, zonder ballast, bracht, na een overtocht van elf uren, de twee of drie reizigers overdie zich nog op de been konden houden, en een dozijn anderen, wien de zeeziekte sinds lang het bewustzijn van hunnen ellendigen toestand had doen verliezen. Een zoogenaamde sneltrein had twee en twintig uren noodig om den afstand van vijfhonderd kilometers af te leggen, die Santander van Madrid scheidt. Dat is het hoofdstuk van de niet vooruitge- ziene gebeurtenissen, die men altijd moet vooruitzien, als men een eenigszins ervaren reiziger is, en waarover men niet te veel moet knor ren, als men wijsgeer is. Ik had overigens reeds in Spanje gereisd en op een tijdstiptoen de diligences de eenige vervoermiddelen waren, toen men niet altijd zeker was een middagmaal te vinden; de spoor wegen, hoe gebrekkig ook, zijn een werkelijke vooruitgang. Ik had mij dus niet te beklagen, ik moest mij zelfs zeer gelukkig achten. Te Madrid hield ik mij eenige dagen op om mij op de hoogte van den politieken toestand te stellen, inlichtingen in te winnen en mij van aanbevelingsbrieven te voorzien voor de staven van het leger te velde. De politieke toestand was niet moeilijk te vatten; hij is wat hij altijd in Spanje geweest is, zeer wisselvallig; evenwel ditmaal met deze bijzonderheid, dat hij een bastaardvorm heeft aagenomen, die noch monarchaal, noch republikeinschnoch oprecht militair, noch zuiver burgerlijk, noch volslagen reactionair, noch volstrekt liberaal is. Ik weet wel, dat déze nieuwe sinds kort uitgedachte staat van zaken, die, ik weet niet recht waarom, zich met den naam van //behoudendre- geerstelser getooid heeft, niet uitsluitend aan Spanje eigen is, dat hij ook elders gehandhaafd wordt en gesteund door mannen, die men voor de vijanden er van had moeten houden, maar hij is er niet beter om. Toegepast op Spanje, dat land, verscheurd door partijen, altijd gereed handgemeen te wordenbestaande uit gewestendie geen enkel gemeenschappelijk belang hebbenis hij niet alleen machteloosmaar zelfs potsierlijk. Het bewind van den maarschalk Serrano vertegen woordigt, bij slot van rekening, slechts eene persoonlijke heersch- zucht, naar wensch gediend door gelukkige omstandigheden. Deze omstandighedenmen kent ze. Na den zoo constitutioneelen troons afstand van Amedeus bood Spanje, voor de tweede maal sinds 1868,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 260