257 liberale troepen, maar hun aantal is grooter, hunne hulpbronnen zijn oneindig aanzienlijker, omdat zij altijd in gemeenschap zijn met hun politiek en militair middelpunt. Op dit oogenblik (Nov. 1874), en volgens gegevens, die ik reden heb voor nauwkeurig te houdenheeft het Spaansche gouvernement 140,000 man in het actieve leger, dat is te zeggen een getal, dubbel zoo groot als dat der Carlisten, en ten volle genoegzaam om de opstandelingen te verpletterenzoo men ernstige operaties wilde ondernemen, maar in werkelijkheid beschik ken de generaals tegen de Carlisten over minder dan de helft van dit eiiectief, en de staatkundige drijvers zijn er in't geheel niet op gesteld, beslissende veldslagen te leveren. Meer dan 70,000 man zijn, niet- mobiel gemaakt, in Andalusiê, te Barcelona, in provinciën of steden, waar geen enkel Carlist is, maar waar daarentegen veel republikeinen zijn. Het overige is gesplitst in drie legers: le Het Noorderleger, aanvanklijk aangevoerd door Concha, daarna door Zabala, en nu door Lasernahet bevat twee korpsenwaarvan een onder het bevel van Moriones, alles en alles ongeveer 35,000 man sterk. Het leger be zet een' vierhoek, waarvan de hoeken zijn MirandaYitoria, Pamplona en Tafalla en waarvan de grenzen zijnten zuiden de Ebro, ten wes ten de linie van Miranda naar Irunten oosten die van Castejon naar Pamplona; het hoofd kwartier is te Mirandawaar zich het 2e korps be vindt, Moriones is te Tafalla; 2e het leger van Katalonië, sterk 17-tot 18,000 man en geplaatst onder de bevelen van Lopez Domiuguez, den overwinnaar van Carthagena, opereert in de omstreken van Barcelona3C eindelijk het leger van het centrum, onder aanvoering van den generaal Pavia (hij is onlangs vervangen), den man vau den staatsgreep van 4 Ja nuari en bestaande uit een klein korps van een twaalfduizend man strijdt tegen de troepen van Hon Alfonso, den jongeren broeder van Don Carlos. Het gebeele belang van den oorlog, zoo er een belang is in dezen fantasisten-krijg, waarin de vijanden elkander zoo min mogelijk ontmoeten en elkander zooveel mogelijk ontzien in het dooden, loopt blijkbaar te zamen in het Noorden. Daar is de Pretendent met zijne hoofdmacht en zijne beste veldheerendaar bevindt zich de dweep- ziekste bevolkingtevens de meest gehechte aan het regeerstelsel dat Carlos in Spanje hoopt in te voerendaar zal de groote veldslag geleverd worden, zoo er een groote veldslag geleverd moet worden; daar hebben de generaals hunne degelijkste troepen bijeen getrokken. Het land biedt aan dezen kant, men moet het wel erkennenernstige hinderpalen voor een aanvallenden oorlog aan. Overal bergen, overal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 264