259 twee locomotieven eu zes waggons weg!! Dat feit, hoe ongelooflijk het ook schijne, is ten volle waar; de (roepen, die het station bewaakten, sliepen om uit te rusten; niet na de vermoeienissen, maar na de warmte van den dag. De schildwachtenwien men waarschijnlijk geen enkele consigne geeft, laten ieder vrijelijk doorgaan en roepen nooit iemand aan. Menigmaal heb ik langs de voorposten gewandeld, dikwijls ben ik rakelings langs schildwachten gegaan, die op eenige honderden ellen stonden van dorpen, dikwijls door de Carlisten bezocht; nooit heeft men mij aangehouden, nooit heeft men zelfs ook maar gevraagd, waar ik heenging en wat ik deed. Men begrijpt aan welke ouaan- genomen verrassingen men zich blootstelt van de zijde van een tegenstander, wel middelmatig in het open veld, maar een volleerd meester in het leggen van hinderlagen en in stoute overrompelingen. Nu eens is het Perula, een der koenste Carlistische hoofden, die met drie of vier bataljons tusschen de twee legerkorpsen doorgaat, na in zijn omtrek alle telegraafdaden te hebben doorgesnedenCa- la'norra door een coup de main neemt, dat hij op schatting stelt en welks geheele bezetting hij medevoert, die, zulk een aanval niet ver wachtende, geene enkele voorzorg tot verdediging genomen had; dan weder is het een kleine bende, die een slecht bewaakt couvooi oplicht' of het zijn eenige manschappendie een dorp binnendringenzich aanmelden als beambten der Carlistische administratie en, in naam van "den Koningvan alle reizigers een hoofdgeld vorderen, in een landbezet door eene divisie van het geregelde leger Eens vergezelde ik eene kolonne van tienduizend mandie een couvooi krijgs- en mondbehoeften begeleidde, bestemd voor Vitoria. Men had aangekondigd, dat de weg gedurende drie of vier dagen door militairen zou bezet worden en dus vrij zou zijn voor alle par ticulieren die uit Miranda gemeenschap zouden willen hebben met Vitoria. De kolonne trok voorbij zonder het minste verzet te ont moeten zonder een enkelen Carlist op haren weg te vinden; zij liet detachementen in de voornaamste dorpen achterzij zond eenige rui ters als schildwachten op de heuvels, die een der kanten van den weg omzoomen, maar vergat de aan den anderen kant gelegene hoog ten te doen bezetten, zeker wanende, dat de rivier, die ze van den weg scheidde, een voldoende waarborg zou zijn. Twee uren na den doortocht der troepen deden de Carlisten hun voordeel met dezen groven misslag, zij vuurden op de voetgangers en in den avond van denzelfden dag plunderden zij drie karren leeg, die twee boeren,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 266