261 Carlisten maken, gelijk ik zoo even gezegd hebvau dit middel ruim en behendig gebruik. Het is hier de plaats om eenige woorden te zeggen over een veld tochtsplan, dat zich als van zelf in den geest dringt en in bijzon derheden beschreven is geworden in eene merkwaardige memorie van verdediging, in 1835 of 1836 door den generaal Cordova, toen uit gewekene te Parijs, openbaar gemaakt. De aard der bevolking en de aard der worsteling hebben sedert niet veel verandering ondergaan het zijn dezelfde onverschrokken maar tuchtelooze guerilleros of partij gangers, dezelfde wilde hartstochten, dezelfde woeste wreedheid; het oorlogstooneel is besloten binnen dezelfde grenzenhet is nog altijd bij de helling der Pyreneën, te midden der Baskische en Katalaan- sche bevolking, dat zich het brandpunt, de stookhaard van de op stand bevindt. Cordova kende de voorwaarden van den partijgan gersoorlog volmaakt goedals opperbevelhebber van het leger had hij met schade geleerd, dat eene geregelde armee voor dezen krijg niet georganiseerd isdat de soldaten licht ontmoedigd worden door die schermutselingendie geene merkbare uitkomst voortbrengen en de bepaalde oplossing niet bespoedigen. De in kleine, zeer beweegbare korpsen verdeelde Carlisten aan houdend te vervolgen, is het leger vermoeien; hun dikwijls, onder groote bezwarende geduchte stellingendie zij uitkiezen om zich te verschansen, te ontnemen, is zonder voordeel manschap verliezen, want men kan al deze stellingen toch niet behouden zonder zich te verzwak ken, en, zoodra zij verlaten zijn, worden zij op nieuw den vijand bezet. Om zichin een normalen toestand te plaatsen en al zijne voordeelen te behouden, moet men dus de aanvallende operaties sta ken, die altijd den Carlisten hun spel doen winnen, en zich met eene ernstig georganiseerde verdedigende stelling vergenoegen. On derstel, dat men eene blokkadelinie aanlegt, gaande langs den Ner- vionde Ebro en de Segre (ik kies op den gis deze lijndaar ik mij niet juist de door den generaal Cordova voorgestelde herinner); onderstel, dat deze linie zoo versterkt wordt, dat zij voor de Car listen die overigens eene geheel ongenoegzame en ten eenemale middelmatige artillerie hebben onverbreekbaar is, en dat men, aldus georganiseerd, blijft wachten. De vijand, beroofd van de middelen om verre tochten te doen, die altijd zooveel vruchten voor hem af werpen, zal verplicht zijn te teren van het terrein, dat hij bezet, en zal weldra tegenover dit diiemma staan: van honger te sterven, zoo

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 268