19 men die tijdelijke uitbreiding in rekening, dan ontbraken den laat- sten December 1873 131 officieren en 997 minderen. Ultimo December 1873 was het leger dus samengesteld èS Door verschillende wijzigingen wees de feitelijke formatie 11 offi cieren en 202 ouderofficieren en manschappen meer aan dan ultimo December 1872, ongerekend de officieren en minderen, die bij de uitrusting der tweede expeditie tegen het rijk van Atjeh tijdelijk boven de formatie werden toegestaan. De organieke formatie (waarin onder anderen ook tellen de niet opgerichte corpsen pradjoerits) wees ultimo December 1873 aan een totaal van 1426 officieren en 28 338 onderofficieren en manschappen waaronder respectievelijk 100 en 16 502 inlanders. Tot welke nationaliteiten het Europeesch zoowel als het inlaudsch gedeelte van het leger behoorden, kan blijken uit de volgende tabel Officieren. Onderofficieren en manschappen. a a d d ei d ei O có <D d «3 QJ d O d c3 N CU .d d O a O 3 c3 O d g O W <1 1326 6 13 245 516 952 14 541 29 254 Formatie 1347 5» 11 710 545 765 13 824 26 844 Overcompleet a 6 1 535 n 187 717 2 410 Incompleet 21 a ii 29 n a ii Meer benoodigd voor de uitrusting der tweede expe 76 724 3 407 ditie tegen Atjeh. 116 ii 2 553 54 Overcompleet ii a ii 111 a a Incompleet 137 ii 1 018 83 a 7 997

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 26